ECLI:NL:RBDHA:2018:3397
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte wegens gebrek aan bewijs van misdrijf bij gebruik broncode
Op 26 maart 2018 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die wordt beschuldigd van het opzettelijk gebruiken van gegevens die door misdrijf zijn verkregen uit een geautomatiseerd werk van zijn voormalige werkgever, [bedrijfsnaam 1]. De verdachte had tijdens zijn dienstverband een broncode van een softwarepakket op zijn laptop gezet en deze niet verwijderd na het beëindigen van zijn dienstverband. Hij startte vervolgens een concurrerende onderneming, [bedrijfsnaam 2]. De rechtbank oordeelde dat de broncode juridisch gezien niet als 'goed' kan worden aangemerkt, waardoor de verdachte niet schuldig kan worden bevonden aan heling of verduistering. De rechtbank concludeerde dat het enkele kopiëren van gegevens door een werknemer niet strafbaar is onder artikel 273 lid 1 sub 2 van het Wetboek van Strafrecht, zoals het nu staat. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle beschuldigingen, omdat er onvoldoende bewijs was dat de broncode door een misdrijf was verkregen.