ECLI:NL:RBDHA:2018:3761
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
Op 3 april 2018 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer NL18.4720, waarin een verzoeker, van Iraanse nationaliteit, een voorlopige voorziening heeft aangevraagd na de afwijzing van zijn asielaanvraag door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De aanvraag was op 6 maart 2018 afgewezen als kennelijk ongegrond. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 29 maart 2018, waar verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk aanwezig was. De voorzieningenrechter overwoog dat een voorlopige voorziening alleen mogelijk is als de rechtbank nog niet op het beroep heeft beslist. Aangezien er op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in een andere zaak (NL18.4718), was een voorlopige voorziening niet meer mogelijk. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.