ECLI:NL:RBDHA:2018:401
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- H. Steenhuis
- F.A. Veraart
- H.J. Doets
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van witwassen met betrekking tot crimineel verkregen geldbedrag
Op 22 januari 2018 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van witwassen. De verdachte, geboren op een onbekende datum en thans gedetineerd, was eigenaar van een bedrijf dat betrokken was bij de transactie van een bedrag van € 1.171.800,17, waarvan € 48.709,96 op zijn rekening werd gestort. De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting gehouden op 19 september en 12 december 2017, en gesloten op 8 januari 2018. De officier van justitie, mr. M.A. Visser, stelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan witwassen, zowel als natuurlijk persoon als in zijn hoedanigheid als feitelijk leidinggevende van zijn bedrijf. De verdediging betwistte dit en stelde dat er onvoldoende bewijs was voor een veroordeling.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte geen inzage had in de rekening van zijn bedrijf en slechts handelingen verrichtte op verzoek van een medeverdachte. De rechtbank oordeelde dat er geen bewijs was dat de verdachte op de hoogte was van de criminele herkomst van het geld. Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van de beschuldigingen van witwassen en feitelijk leidinggeven aan witwassen. De benadeelde partij, [betrokkene 1], had zich gevoegd in de procedure met een vordering tot schadevergoeding, maar deze werd niet-ontvankelijk verklaard omdat de verdachte werd vrijgesproken. De rechtbank gelastte ook de teruggave van inbeslaggenomen goederen aan de rechthebbende.