Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
NATURAL TABLEWARE B.V.)
1.De procedure
- de dagvaarding van 21 oktober 2016, met producties 1 tot en met 29;
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie van 14 december 2016, met producties 1 tot en met 18;
- de conclusie van antwoord in reconventie van 24 maart 2017, met productie 30;
- het tussenvonnis van 8 februari 2017 waarbij een comparitie van partijen is bepaald;
- het proces-verbaal van de op 14 juni 2017 gehouden comparitie van partijen en de daarin genoemde stukken en de ter gelegenheid daarvan overgelegde pleitnotities van partijen.
2.De feiten
3.Het geschil
in conventie en in reconventie
in conventie, samengevat, dat de rechtbank bij vonnis voor recht verklaart dat de Ellipse-borden (met de nummers N138, N139 en 14146) geen inbreuk maken op de Modellen (onder 1 van het petitum), geen inbreuk maken op het gepretendeerde auteursrecht op de Raaga-borden (onder 2) en (onder 3) evenmin een slaafse nabootsing van die borden opleveren. Daarnaast vordert Pacovis (onder 4) een verklaring voor recht dat SDT onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld door haar afnemers te sommeren de verdere verhandeling van de Ellipse-borden te staken en (onder 5) vergoeding van alle schade die zij als gevolg van dit onrechtmatig handelen heeft geleden, te vermeerderen met de wettelijke rente (onder 7). Dit alles voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad en (onder 6) met veroordeling van SDT in de kosten van het geding als bedoeld in artikel 1019h van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).
- SDT tracht ten onrechte de Ellipse-borden van de markt te weren met een beroep op haar modelrechten, op haar vermeende auteursrecht op het uiterlijk van de Raaga-borden en op het leerstuk van slaafse nabootsing.
- Ten aanzien van de Modellen geldt daartoe primair dat deze nietig zijn, omdat deze, gelet op het overgelegde vormgevingserfgoed, op 30 maart 2010 niet voldeden aan de vereisten van nieuwheid en eigen karakter. Los daarvan maken de Ellipse-borden geen inbreuk op de Modellen omdat deze een andere algemene indruk wekken. Meer subsidiair geldt nog dat de Modellen in ieder geval niet aan Pacovis kunnen worden tegengeworpen, omdat zij de Ellipse-borden reeds voor 30 maart 2010 geheel zelfstandig heeft ontworpen en ook al op de markt heeft gebracht.
- Ten aanzien van het auteursrecht bestrijdt Pacovis in de eerste plaats dat SDT de auteursrechthebbende is. Inhoudelijk betoogt zij dat de Raaga-borden geen auteursrechtelijke bescherming genieten omdat deze borden, wederom gelet op het overgelegde vormgevingserfgoed, geen eigen oorspronkelijk karakter hebben en niet het persoonlijk stempel van de maker dragen. Vanwege de beperkte beschermingsomvang bij gebruiksvoorwerpen geldt meer subsidiair ook hier dat er geen sprake is van inbreuk. De totaalindrukken verschillen. De Ellipse-borden zijn als gezegd een eigen ontwerp van Pacovis, zodat er bovendien ook niet is voldaan aan het vereiste van ontlening.
- Slaafse nabootsing is evenmin aan de orde, nu de Raaga-borden geen eigen plek in de markt hebben en bovendien geen sprake is of kan zijn van verwarring.
- Dit alles betekent dat SDT ten onrechte stelt dat de Ellipse-borden inbreuk maken op haar intellectuele eigendomsrechten. Door afnemers van Pacovis niettemin (meermaals) te benaderen met medelingen van die strekking handelt SDT dan ook onrechtmatig jegens Pacovis en is zij aansprakelijk voor de schade die Pacovis hierdoor lijdt.
in reconventie:
4.De beoordeling
in conventie en in reconventie
“gezeichnet 15/09/09”en een in algemene bewoordingen gestelde verklaring van haar CEO. Dit volstaat echter niet. Een beroep op artikel 22 GModVo betreft immers een exceptief verweer, zodat op Pacovis de stelplicht en de bewijslast rust ten aanzien van de feiten en omstandigheden die een dergelijk beroep kunnen doen slagen. Het had daarmee op de weg van Pacovis gelegen om tegenover het uitgebreide en relevante betoog van SDT gespecificeerd en met stukken onderbouwd aan te geven hoe de besluitvorming rond en het ontwerpproces van de Ellipse-borden nu precies is verlopen. Door dit na te laten, heeft zij niet aan haar stelplicht voldaan, zodat haar beroep op voorgebruik in de zin van artikel 22 GModVo als onvoldoende onderbouwd moet worden verworpen. Bewijslevering is bij die stand niet aan de orde.
in conventiealle vorderingen dienen te worden afgewezen.
in reconventieoverweegt de rechtbank als volgt.
zowel in conventie als in reconventiein de proceskosten te worden veroordeeld. SDT vordert een kostenvergoeding op grond van artikel 1019h Rv en heeft daartoe specificaties van in totaal € 15.856,83 overgelegd. Pacovis heeft de specificaties niet betwist.
5.De beslissing
- a) de namen, adressen en woon- dan wel vestigingsplaatsen (NAW-gegevens) van alle personen of bedrijven in de Europese Unie aan of van wie Pacovis de inbreukmakende producten heeft verkocht of geleverd, gekocht of geïmporteerd, alsmede van alle personen en bedrijven die betrokken zijn geweest bij de productie en verhandeling daarvan;
- b) het totaal aantal inbreukmakende producten dat Pacovis in de Europese Unie heeft geproduceerd of laten produceren, ingekocht, verkocht, en in voorraad heeft op het moment van dit vonnis;
- c) de totale omzet die Pacovis heeft behaald met de productie en verhandeling van de inbreukmakende producten in de Europese Unie;
- d) de totale inkoop- en productiekosten die direct verband houden met de productie en verhandeling van de inbreukmakende producten in de Europese Unie;
- e) de totale winst die Pacovis heeft genoten met de productie [en] verhandeling van de inbreukmakende producten in de Europese Unie, onder verstrekking van de onderliggende berekening,