ECLI:NL:RBDHA:2018:4601
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- T. Sleeswijk Visser-de Boer
- M.M. Meijers
- I.J.K. van der Meer
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de eigendomsverhouding van appartementsrechten en de grond bij splitsing in appartementsrechten
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 april 2018 uitspraak gedaan in een geschil over de eigendomsverhouding van appartementsrechten en de bijbehorende grond. Eiser, eigenaar van twee appartementsrechten, heeft verzocht om herstel van de basisregistratie kadaster (brk) omdat hij meent dat de grond waarop zijn appartementsrechten zich bevinden, niet is meegesplitst en dus zijn eigendom is gebleven. De verweerder, de hoofdbewaarder van het Kadaster, heeft het verzoek afgewezen, stellende dat de gegevens in de brk overeenkomen met de inschrijving in het openbaar register. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de splitsing in appartementsrechten heeft plaatsgevonden zonder dat de omliggende grond is meegesplitst. Dit betekent dat de eigenaren van de appartementsrechten mede-eigenaar zijn geworden van de grond. De rechtbank heeft de argumenten van eiser, dat hij de enige eigenaar van de grond is, verworpen. De rechtbank oordeelt dat de uitleg van de verweerder, dat de eigenaren van de appartementsrechten mede-eigenaar zijn van de grond, juist is. De rechtbank heeft daarbij verwezen naar de Kadasterwet en de Kadasterregeling, die bepalen hoe wijzigingen in de kadastrale registratie moeten worden doorgevoerd.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep ongegrond is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen zes weken na verzending.