ECLI:NL:RBDHA:2018:5519
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag wegens ongeloofwaardig relaas en niet onverwijld melden
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 mei 2018 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Gambiaanse nationaliteit, had op 5 september 2017 een aanvraag tot verlening van een verblijfsvergunning asiel ingediend, na eerder te zijn vastgehouden en gedwongen afstand te doen van zijn grond. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de asielaanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond, omdat de verklaringen van eiser over zijn situatie niet geloofwaardig werden geacht. Eiser had geen documenten ter onderbouwing van zijn relaas ingediend en zijn vertrek uit Gambia was op legale wijze gebeurd. Tijdens de zitting op 3 mei 2018 is eiser verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde, en is er een tolk aanwezig geweest. De rechtbank heeft overwogen dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat zijn aanvraag gegrond is op omstandigheden die een rechtsgrond voor verlening van asiel vormen. De rechtbank concludeert dat de asielaanvraag terecht is afgewezen en verklaart het beroep ongegrond. Eiser komt niet in aanmerking voor toelating op grond van de Vreemdelingenwet.