In deze zaak gaat het om de asielaanvraag van een eiser afkomstig uit Sierra Leone, die stelt homoseksueel te zijn. De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) heeft de aanvraag afgewezen, omdat zij de verklaringen van de eiser ongeloofwaardig achtte. De rechtbank heeft geoordeeld dat de IND onvoldoende rekening heeft gehouden met de culturele achtergrond en het opleidingsniveau van de eiser. De rechtbank constateert dat de IND op verschillende punten niet goed heeft doorgevraagd en onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de verklaringen van de eiser niet geloofwaardig zijn. De eiser heeft verklaard dat hij in Sierra Leone, waar homoseksualiteit niet wordt geaccepteerd, problemen heeft ondervonden vanwege zijn seksuele geaardheid. De rechtbank heeft vastgesteld dat de IND niet voldoende heeft aangetoond dat de eiser inconsistent heeft verklaard over zijn seksuele gerichtheid en dat de IND niet heeft voldaan aan haar zorgplicht om de eiser te ondersteunen in het verstrekken van relevante informatie. De rechtbank heeft het beroep van de eiser gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en de IND opgedragen een nieuw besluit te nemen. Tevens is de IND veroordeeld in de proceskosten van de eiser.