ECLI:NL:RBDHA:2018:5821
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op grond van ongeloofwaardigheid en late aanmelding
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 mei 2018 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, van Angolese nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen als kennelijk ongegrond. De rechtbank heeft de zaak behandeld na een zitting op 8 mei 2018, waar eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk. Eiser stelde dat hij problemen had ondervonden vanwege zijn betrokkenheid bij een politieke beweging in Angola, maar de rechtbank oordeelde dat zijn asielrelaas ongeloofwaardig was. De rechtbank wees erop dat eiser pas na afloop van zijn visumperiode in Nederland een asielaanvraag indiende, wat volgens de staatssecretaris en de rechtbank niet strookte met de gestelde noodzaak om te vluchten. Eiser had onvoldoende bewijs geleverd om zijn claims te onderbouwen, en de rechtbank concludeerde dat de afwijzing van de asielaanvraag terecht was. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.