ECLI:NL:RBDHA:2018:5840

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 mei 2018
Publicatiedatum
17 mei 2018
Zaaknummer
C/09/550266 / FT RK 18/584
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Faillissementsaanvraag en termijn oproeping zitting in faillissementsprocedure

In deze zaak heeft Petrus Johannes Maria Boomars, in zijn hoedanigheid als curator in het faillissement van de besloten vennootschap Rusty Zipper Breda B.V., een verzoekschrift ingediend tot faillietverklaring van de verweerster, [X] U.A. Het verzoekschrift is behandeld op 15 mei 2018 in raadkamer, waarbij de verweerster niet is verschenen. De curator heeft een oproepingsexploot overgelegd, waaruit blijkt dat de deurwaarder op 9 mei 2018 een exploot heeft gedaan aan het bezoekadres van de verweerster, maar niemand aantrof om het afschrift te overhandigen. De oproeping is gedaan in een gesloten envelop, wat aanleiding gaf tot de vraag of de verweerster tijdig was opgeroepen voor de zitting.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de Faillissementswet geen specifieke termijn voor oproeping voorschrijft, en dat de bepalingen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering niet van toepassing zijn op deze faillissementsprocedure. De rechtbank heeft de omstandigheden van het geval in overweging genomen, waaronder het feit dat de oproeping op de dag voor Hemelvaart was betekend. Aangezien de dag na Hemelvaart een feestdag was, resteerde er slechts één vrije werkdag voor de zitting, wat volgens de rechtbank onvoldoende was voor een tijdige oproeping.

Daarom heeft de rechtbank besloten de behandeling te heropenen en te schorsen, en de verzoeker in de gelegenheid te stellen de verweerster opnieuw op te roepen voor een nader te bepalen zitting. De beslissing is gegeven door rechter G.H.M. Smelt en uitgesproken in tegenwoordigheid van griffier D.D. Vorst op 15 mei 2018.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK DEN HAAG

Team insolventies – enkelvoudige kamer
rekestnummer: C/09/550266 / FT RK 18/584
uitspraakdatum: 15 mei 2018

Petrus Johannes Maria BOOMAARS

in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Rusty Zipper Breda B.V.,
verzoeker,
advocaat: mr. L.J.P.E. Donckers-Corten,
heeft een verzoekschrift met bijlagen ingediend strekkende tot faillietverklaring van:

[X] U.A.,

verweerster.
Het verzoekschrift is op 15 mei 2018 behandeld in raadkamer. Mr. M.T.J. Wilmer is, namens verzoeker, daarbij gehoord. Verweerster is niet verschenen.
Tijdens de zitting is door verzoekster een oproepingsexploot overgelegd. Blijkens dat stuk heeft de deurwaarder op 9 mei 2018 aan het bezoekadres van verweerster exploot gedaan en afschrift gelaten ‘in een gesloten envelop met daarop de vermeldingen als wettelijk voorgeschreven, omdat hij aldaar niemand aantrof aan wie rechtsgeldig afschrift kon worden gelaten’, waarbij verweerster is opgeroepen voor de zitting van 15 mei 2018 om 10.00 uur.
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of verweerster tijdig is opgeroepen.
Bij en krachtens de Faillissementswet (Fw.) zijn wel voorschriften over de wijze van oproeping gegeven, maar niet over de termijn daarvan.
De bepalingen van de derde titel van het eerste boek van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (de verzoekschriftprocedure in eerste aanleg) zijn op grond van artikel 362, tweede lid, van de Faillissementswet, niet op een verzoek als het onderhavige van toepassing. De rechtbank baseert zich daarbij mede op HR 12-10-2007, ECLI:NL:HR:2007:BA7958, NJ 2007/622 (r.o. 3.4.1). Analoge toepassing van art. 276 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv.) – hetgeen zou betekenen dat een termijn van ten minste één week zou moeten worden gehanteerd – is dan ook niet aan de orde. Analoge toepassing is te minder aan de orde omdat de Faillissementswet – hoewel, zoals geconstateerd, niet uitputtend – op zich wel het onderwerp van de oproeping voor de behandeling van de faillissementsaanvraag regelt.
Het Procesreglement verzoekschriftprocedures insolventiezaken rechtbanken houdt voor verzoeken als het onderhavige over de termijn van oproeping evenmin een bepaling.
De beginselen van een goede procesorde brengen met zich dat een verweerder tijdig bekend moet kunnen zijn met datum en tijdstip van de zitting, opdat hij kan verschijnen en zich voldoende kan voorbereiden. Of sprake is van een tijdige oproeping zal dan ook afhangen van de omstandigheden van het geval.
In dit geval is de oproeping betekend (ergens) op de dag voor Hemelvaart. De dag na Hemelvaart, vrijdag 11 mei 2018, is bij Besluit van 24 oktober 2016, nr. 2016001827, houdende gelijkstelling van 28 april en 26 mei 2017, 11 mei en 24 en 31 december 2018 en 31 mei en 27 december 2019 met een algemeen erkende feestdag met een algemeen erkende feestdag gelijk gesteld. Na het weekend resteerde derhalve alleen nog de maandag als enige vrije werkdag vóór de zitting. Nu de oproeping is achtergelaten in een gesloten envelop en op het bezoekadres van een onderneming, kan niet geoordeeld worden dat verweerster tijdig is opgeroepen voor de zitting.
De rechtbank zal de behandeling heropenen en schorsen en verzoekster in de gelegenheid stellen verweerster bij exploot op te roepen tegen datum en tijd van de nader te bepalen zitting.

BESLISSING

De rechtbank:
- heropent en schorst de behandeling;
- bepaalt dat het verzoek verder zal worden behandeld op
29 mei 2018 te 10:00 uur;
- stelt verzoeker in de gelegenheid verweerster bij exploot tegen die datum en tijd op te roepen.
Gegeven door mr. G.H.M. Smelt, rechter, en uitgesproken op 15 mei 2018, in tegenwoordigheid van D.D. Vorst, griffier.