ECLI:NL:RBDHA:2018:6009

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 mei 2018
Publicatiedatum
23 mei 2018
Zaaknummer
09/827344-16
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte voor het bezit van kinderpornografisch materiaal en de gevolgen daarvan

Op 15 mei 2018 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tegen een 45-jarige man, die samen met een medeverdachte een gewoonte heeft gemaakt van het bezit van honderden kinderpornografische afbeeldingen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren en bijzondere voorwaarden. De zaak kwam aan het licht na een controle in de woning van de verdachte, waar op verschillende computers en laptops in totaal 884 kinderpornografische afbeeldingen werden aangetroffen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte op de hoogte moest zijn van de aanwezigheid van deze afbeeldingen, gezien zijn gebruik van de computers en de omstandigheden waaronder de afbeeldingen werden aangetroffen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachte in nauwe samenwerking en opzettelijk in het bezit waren van de kinderpornografische afbeeldingen. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de psychologische toestand van de verdachte, die lijdt aan een lichte verstandelijke beperking en pedofilie. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de gevolgen voor de slachtoffers benadrukt, en heeft de verdachte een gevangenisstraf opgelegd die in overeenstemming is met de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 09/827344-16
Datum uitspraak: 15 mei 2018
Tegenspraak
(Promisvonnis)
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1972 te [geboorteplaats] ,
BRP- [adres] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden ter terechtzittingen van 3 januari 2018 (pro forma) en 1 mei 2018 (inhoudelijk).
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. C.C.E.T. de Ceuninck van Capelle en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsvrouw mr. L. Rijsdam naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting – tenlastegelegd dat:
hij (op een of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 16 juli 2014 tot en met 23 december 2015 te [plaats] , in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of naderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) afbeeldingen (te weten (een) foto('s) en/of en/of (een) film(s)) en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en) (te weten één of meer computer(s) en/of (een) laptop(s)) heeft aangeboden en/of openlijk tentoongesteld en/of ingevoerd en/of verworven en/of in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele handeling(en)/gedraging(en) bestonden uit:
- [bestandsnaam] (video)
Op de video is te zien dat twee geheel naakte jongens op hun rug op een bedbank liggen. De geschatte leeftijd van de jongens is tussen de 13 en 16 jaar. De jongens zijn beiden aan het masturberen. Ook geven ze elkaar een tongzoen. Tegen het eind van de film is te zien dat de linker jongen klaarkomt en zijn sperma over zijn eigen buik en borst spuit. Dit wordt close-up in beeld gebracht en/of
- [bestandsnaam] (video)
Te zien is dat een man een vrij jong kind anaal penetreert. De man heeft het kind bij het middeltje vast en houdt het voor zich. De geschatte leeftijd van het kind is tussen de 1 en 3 jaar. Het een en ander wordt close-up in beeld gebracht waardoor alleen het onderlichaam van het kind en de stijve penis van de man is te zien. Te zien is dat de man zijn penis door de gulp van zijn broek naar buiten heeft en het kind een rompertje draagt wat open en omhoog geschoven is en/of
- [bestandsnaam] (foto)
Het gezicht van een blank jongetje in de geschatte leeftijd tussen de 12 en 15 jaar is close-up in beeld gebracht. Te zien is dat het jongetje een stijve penis van een volwassen man in zijn mond heeft. Het jongetje heeft zijn rechter hand om de penis van de man. Van de man is alleen een gedeelte van zijn buik in beeld en deze is zwaar behaard en/of
- [bestandsnaam] (foto)
Een blanke jongen in een geschatte leeftijd tussen de 12 en 16 jaar zit op het onderlichaam van een volwassen man die op zijn rug op een bed ligt. De jongen zit met zijn rug naar het gezicht van de man. Van de man is alleen het onderlichaam te zien en dat is behaard en naakt. De jongen is geheel naakt en zit schrijlings op de penis van de man. De jongen steunt met beide handen achter zijn rug op het bed of de schouders van de man. Te zien is dat de man met zijn stijve penis de jongen anaal penetreert en/of
[bestandsnaam] (foto)
Op de foto is een gedeelte van een naakt lichaam van een minderjarige te zien. Het zichtbare gedeelte is vanaf de knieën tot aan de oksels. De geschatte leeftijd is tussen de 12 en 16 jaar. Op het lichaam zijn klodders van een witachtige substantie, vermoedelijk sperma, te zien,
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt.

3.Bewijsoverwegingen

3.1
Inleiding [1]
Op 23 december 2015 vond er – in verband met het op dat moment lopende toezicht van de verdachte – in de woning van de verdachte te [plaats] een controle van zijn gegevensdragers plaats. De verdachte en zijn partner – tevens [medeverdachte] (hierna: [medeverdachte] ) waren op het moment van de controle in de woning aanwezig.
In de woonkamer werden een desktop computer van het merk Compaq (hierna: Compaq computer) en een laptop van het merk HP (hierna: HP laptop) aangetroffen. De Compaq computer stond aan en bleek voorzien te zijn van diverse schoonmaakprogramma’s, een TOR-browser en het programma VeraCrypt. VeraCrypt is een programma dat het mogelijk maakt om encryptie toe te passen door het aanmaken van een zogenaamde versleutelde ‘container’ die alleen geopend kan worden met een wachtwoord. Over de combinatie van de schoonmaakprogramma’s, de TOR-browser en het programma VeraCrypt is bekend dat deze veel gebruikt wordt door de verzamelaars van kinderpornografisch materiaal.
Bij het openen van VeraCrypt zag de verbalisant dat er een versleutelde container geopend was. Bij het openen van deze container zag verbalisant direct een groot aantal kinderpornografische afbeeldingen.
De Compaq computer, de HP laptop en een laptop van het merk Acer (hierna: Acer laptop) zijn in de woning van de verdachte in beslag genomen. [2]
Op de computers van de verdachte en [medeverdachte] zijn in totaal 884 kinderpornografische afbeeldingen aangetroffen, bestaande uit 500 foto’s en 384 films. [3]
In de container op de Compaq computer zijn 856 afbeeldingen (477 foto’s en 379 films) aangetroffen. Buiten de container stonden op de Compaq computer nog 5 afbeeldingen (1 foto en 4 films). Daarnaast zijn op de Acer laptop 13 afbeeldingen (12 foto’s en 1 film) en op de HP laptop 10 afbeeldingen (foto’s) aangetroffen. [4]
Over deze feiten, waarvan onderdelen in de tenlastelegging zijn terug te vinden, bestaat geen discussie.
De rechtbank dient de vraag te beantwoorden of de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het tenlastegelegde feit.
3.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat het aan de verdachte tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen wordt verklaard.
3.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit en daartoe aangevoerd dat de verdachte niet wist van de aanwezigheid van de kinderpornografische afbeeldingen op zijn computer(s).
3.4
De beoordeling van de tenlastelegging
Verklaring van de verdachte
De verdachte en [medeverdachte] hebben verklaard dat zij niet wisten van de aanwezigheid van de kinderpornografische afbeeldingen op de computers. Zij hebben verklaard dat zij het vermoeden hebben dat een [naam 1] (hierna: [naam 1] ), de versleutelde container met de kinderpornografische afbeeldingen op de Compaq computer heeft gezet. [naam 1] is in het verleden volgens verdachte wel eens bij hem en [medeverdachte] in de woning geweest om de computer(s) schoon te maken en software te installeren, en heeft ook wel eens op afstand via TeamViewer op de Compaq computer en de HP laptop ingelogd, aldus [medeverdachte] .
Bevindingen
Op 19 april 2015 zijn zowel de versleutelingssoftware VeraCrypt als de container op de Compaq computer van de verdachte aangemaakt. Om een VeraCrypt container te openen, moet er een wachtwoord worden ingegeven. Op 9 december 2015 is de Compaq computer voor het laatst afgesloten. Indien de computer daarna weer gestart wordt, kan de versleutelde container alleen geopend worden met het wachtwoord. [5]
Van 10 december 2015 tot en met 23 december 2015 heeft de Compaq computer aan gestaan. [6]
Bij het huisbezoek op 23 december 2015 werd de versleutelde container geopend aangetroffen. Op de schermafdruk, gemaakt op 23 december 2015, is het icoontje van TeamViewer niet te zien. [7]
Tijdens de sessies met TeamViewer op 3 en 7 januari 2015 zijn op de Compaq computer enkele tools geïnstalleerd gericht op het veilig verwijderen van data en gericht op beveiliging. Voorts is gebleken dat er na 1 december 2015 geen remote sessie met TeamViewer op de Compaq computer van de verdachte is geweest. [8]
Ten tijde van de installatie van VeraCrypt op 19 april 2015, zijn er geen logregels van TeamViewer aangetroffen. De installatie van VeraCrypt en het aanmaken van de versleutelde container is door een persoon achter de fysieke computer gedaan. [9]
Van de afbeeldingen aangetroffen op de HP laptop waren er 6 gewist (deleted) en 4 vrij toegankelijk, waarbij voor één van de bestanden geldt dat deze is aangemaakt (created date) en daartoe toegang is verkregen (accessed date) op 22 december 2015 en voor drie andere geldt dat dit is gebeurd op 21 december 2015, hetgeen betekent dat er op de betreffende data in ieder geval een handeling met deze bestanden is verricht. [10] In de logregels van Teamviewer aangetroffen op de laptop zijn geen gelogde acties op de genoemde data te zien. [11]
[naam 1] is op 5 april 2018 door de rechter-commissaris in strafzaken in deze rechtbank gehoord en heeft verklaard dat hij de computer van de verdachte en de laptop van [medeverdachte] heeft schoongemaakt met daarvoor bestemde software en de computers ook wel eens via TeamViewer op afstand heeft bestuurd. Hij heeft ontkend een versleuteld bestand op de computer van de verdachte en [medeverdachte] te hebben geplaatst. [12]
Tussenconclusies
De rechtbank is gelet op het voorgaande van oordeel dat de verdachte op de hoogte moet zijn geweest van de installatie van VeraCrypt en het aanmaken van de versleutelde container op 19 april 2015 aangezien dit niet op afstand is gebeurd, maar fysiek achter de computer in de woning van de verdachte. Dit geldt temeer nu het de computer betreft die hoofdzakelijk door verdachte werd gebruikt.
Uit bovenstaande kan voorts worden afgeleid dat de container met de kinderpornografische afbeeldingen op de Compaq computer tussen 10 december 2015 en 23 december 2015 door middel van een wachtwoord is geopend. Aangezien er in deze periode geen gebruik is gemaakt van de computer van de verdachte middels TeamViewer en de verdachte ter terechtzitting heeft verklaard dat hij zich niet kan herinneren dat er in deze periode een andere persoon in de woning aanwezig is geweest, kan het naar het oordeel van de rechtbank niet anders dan dat het de verdachte of [medeverdachte] is geweest die de container middels een wachtwoord heeft geopend.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat niet aannemelijk is geworden dat iemand anders dan de verdachte of [medeverdachte] de kinderpornografische afbeeldingen op de computer heeft gezet en dat al helemaal niet aannemelijk is geworden dat de verdachte en [medeverdachte] niet op de hoogte zijn geweest van de aanwezigheid van de kinderpornografische afbeeldingen op de computer. Hierbij is tevens van belang dat de verdachte en [medeverdachte] beide verklaard hebben dat zij allebei gebruikmaken van de computer, dat zij een affectieve relatie hebben en voorts allebei thuis waren op het moment dat de politie tijdens een controle de openstaande container op de computer heeft aangetroffen.
De genoemde redengevende omstandigheden geven aanleiding voor het oordeel dat zowel de verdachte als [medeverdachte] wetenschap en beschikkingsmacht hadden ten aanzien van de op de computer aangetroffen afbeeldingen. Het feit dat de verdachte noch [medeverdachte] voor deze omstandigheden een aannemelijke verklaring heeft gegeven, laat de rechtbank meewegen bij haar overtuiging dat de verdachte en [medeverdachte] in nauwe en bewuste samenwerking en opzettelijk in het bezit waren van de op de computer aangetroffen kinderpornografische afbeeldingen.
Een gelijksoortige redenering geldt naar het oordeel van de rechtbank met betrekking tot de aangetroffen kinderpornografische afbeeldingen op de HP laptop. Hierbij is van belang dat met een deel van de bedoelde bestanden handelingen zijn verricht op de dagen direct voorafgaand aan de controle op 23 december 2015, dat er geen aanwijzingen zijn gevonden dat deze handelingen via TeamViewer zijn verricht, en dat gedurende die dagen volgens de verdachte en [medeverdachte] verder niemand in de woning is geweest. Weliswaar verklaart zowel de verdachte als [medeverdachte] dat deze laptop met name in gebruik was bij [medeverdachte] , maar dat laat onverlet dat deze laptop zich in de gezamenlijke woning bevond en dat de verdachte in beginsel - al dan niet met behulp van [medeverdachte] - toegang had tot deze laptop. In combinatie met het feit dat de rechtbank hierboven reeds heeft vastgesteld dat de verdachte en [medeverdachte] gezamenlijk de kinderpornografische afbeeldingen op de Compaq computer in bezit hadden, bestond bij de verdachte op zijn minst voorwaardelijk opzet op het in bezit hebben van de op de laptop aangetroffen afbeeldingen. Ook hier laat de rechtbank voor wat betreft haar overtuiging meewegen dat de verdachte noch [medeverdachte] een aannemelijk verklaring voor de genoemde belastende omstandigheden heeft gegeven en is sprake van een bewuste en nauwe samenwerking.
De rechtbank gaat er ten slotte van uit dat de afbeeldingen die zijn beschreven in de tenlastelegging – die blijkens het dossier afkomstig zijn van de Compaq computer – representatief zijn voor de gehele verzameling aangetroffen afbeeldingen waaronder ook de afbeeldingen aangetroffen op de HP laptop.
Acer laptop
De rechtbank zal de aangetroffen afbeeldingen op de Acer-laptop niet bij de bewezenverklaring betrekken, nu al deze afbeeldingen verwijderd waren ten tijde van het onderzoek en verder geen informatie beschikbaar is over de vraag of en op welke wijze deze afbeeldingen (nog) toegankelijk waren voor de verdachte en [medeverdachte] in de tenlastegelegde periode.
Periode
De kinderpornografische foto’s in de container van de Compaq computer behelzen een file modified date gelegen tussen 28 december 2013 en 22 maart 2015. Met de buiten de container geplaatste vier filmpjes is op 1 juni 2015 nog een handeling op de computer verricht. [13]
Nu deze data deels voorafgaand aan de tenlastegelegde periode van 16 juli 2014 tot en met 23 december 2015 en deels daarin vallen en het aantreffen van de afbeeldingen op de computers op 23 december 2015 heeft plaatsgevonden, zal de rechtbank voor de bewezenverklaring uitgaan van de gehele tenlastegelegde periode.
Gewoonte
Op grond van de bewezenverklaarde periode van bijna anderhalf jaar, de grote hoeveelheid aangetroffen afbeeldingen en het feit dat er op meerdere computers in de woning kinderpornografische afbeeldingen zijn aangetroffen, is de rechtbank van oordeel dat bewezen kan worden dat de verdachte van het bezit van de kinderpornografische afbeeldingen een gewoonte heeft gemaakt.
Conclusie
Op grond van het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte in de periode van 16 juli 2014 tot en met 23 december 2015 samen met medeverdachte [medeverdachte] kinderpornografische afbeeldingen en gegevensdragers bevattende afbeeldingen in zijn bezit heeft gehad, van welk misdrijf de verdachte een gewoonte heeft gemaakt.
De rechtbank is evenwel van oordeel dat op grond van het dossier niet kan worden bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het aanbieden, openlijk tentoonstellen, invoeren en verwerven van afbeeldingen en het zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang verschaffen, en zal de verdachte dan ook van die onderdelen van de tenlastelegging vrijspreken.
3.5
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart ten aanzien van de verdachte bewezen dat:
hij in de periode van 16 juli 2014 tot en met 23 december 2015 te [plaats] , tezamen en in vereniging met een ander afbeeldingen (te weten foto’s en films) en gegevensdragers bevattende afbeeldingen (te weten een computer en
eenlaptop) in bezit heeft gehad,
terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele handelingen/gedragingen bestonden uit:
- [bestandsnaam] (video)
Op de video is te zien dat twee geheel naakte jongens op hun rug op een bedbank liggen. De geschatte leeftijd van de jongens is tussen de 13 en 16 jaar. De jongens zijn beiden aan het masturberen. Ook geven ze elkaar een tongzoen. Tegen het eind van de film is te zien dat de linker jongen klaarkomt en zijn sperma over zijn eigen buik en borst spuit. Dit wordt close-up in beeld gebracht en/of
- [bestandsnaam] (video)
Te zien is dat een man een vrij jong kind anaal penetreert. De man heeft het kind bij het middeltje vast en houdt het voor zich. De geschatte leeftijd van het kind is tussen de 1 en 3 jaar. Het een en ander wordt close-up in beeld gebracht waardoor alleen het onderlichaam van het kind en de stijve penis van de man is te zien. Te zien is dat de man zijn penis door de gulp van zijn broek naar buiten heeft en het kind een rompertje draagt wat open en omhoog geschoven is en/of
- [bestandsnaam] (foto)
Het gezicht van een blank jongetje in de geschatte leeftijd tussen de 12 en 15 jaar is close-up in beeld gebracht. Te zien is dat het jongetje een stijve penis van een volwassen man in zijn mond heeft. Het jongetje heeft zijn rechter hand om de penis van de man. Van de man is alleen een gedeelte van zijn buik in beeld en deze is zwaar behaard en/of
- [bestandsnaam] (foto)
Een blanke jongen in een geschatte leeftijd tussen de 12 en 16 jaar zit op het onderlichaam van een volwassen man die op zijn rug op een bed ligt. De jongen zit met zijn rug naar het gezicht van de man. Van de man is alleen het onderlichaam te zien en dat is behaard en naakt. De jongen is geheel naakt en zit schrijlings op de penis van de man. De jongen steunt met beide handen achter zijn rug op het bed of de schouders van de man. Te zien is dat de man met zijn stijve penis de jongen anaal penetreert en/of
- [bestandsnaam] (foto)
Op de foto is een gedeelte van een naakt lichaam van een minderjarige te zien. Het zichtbare gedeelte is vanaf de knieën tot aan de oksels. De geschatte leeftijd is tussen de 12 en 16 jaar. Op het lichaam zijn klodders van een witachtige substantie, vermoedelijk sperma, te zien,
van welk misdrijf hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat aan de verdachte wordt opgelegd een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, waarvan 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren en daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf niet passend is. De raadsvrouw heeft de rechtbank verzocht rekening te houden met het tijdsverloop en aan de verdachte hooguit een taakstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
De ernst van het feit
De verdachte heeft gedurende bijna anderhalf jaar samen met zijn medeverdachte een gewoonte gemaakt van het in bezit hebben van honderden kinderpornografische afbeeldingen. De strekking van artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht is het tegengaan van seksueel misbruik van jeugdigen en de exploitatie van dergelijk misbruik. Centraal staat de bescherming van de (afgebeelde) jeugdige. Bij de productie van kinderpornografisch materiaal worden minderjarigen uitgebuit. De afbeeldingen, waarvan beschrijvingen in de bewezenverklaring zijn opgenomen, bevatten onder meer een afbeelding van een kind tussen de 1 en 3 jaar dat gepenetreerd wordt. Aangenomen moet worden dat de afgebeelde kinderen zijn uitgebuit en gedwongen tot het poseren en het ondergaan van handelingen die op ernstige wijze inbreuk maken op hun lichamelijke integriteit. Het moet als algemeen bekend worden verondersteld dat kinderen door betrokkenheid bij seksueel misbruik, zoals hier aan de orde, psychische schade kunnen oplopen, die ook vele jaren later nog diepe sporen kan nalaten. De verdachte moet hiervoor mede verantwoordelijk worden gehouden, nu de vraag naar de kinderpornografie bijdraagt aan de productie daarvan en daarmee aan het daadwerkelijke misbruik van kinderen. De rechtbank rekent het de verdachte aan dat hij bij zijn handelen geen enkel oog heeft gehad voor deze gevolgen en alleen zijn eigen seksuele bevrediging voorop heeft gesteld.
De persoon van de verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van de verdachte van 11 april 2018. Hieruit blijkt dat hij eerder voor eenzelfde feit met politie en justitie in aanraking is gekomen en dat de verdachte zich in de lopende proeftijd hiervoor aan onderhavig feit schuldig heeft gemaakt.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het Pro Justitia-rapport psychologisch onderzoek van 23 augustus 2016, opgesteld door R.A.R. Bullens (klinisch psycholoog).
Bullens concludeert dat vanuit het psychologisch onderzoek kan worden geconcludeerd dat er bij de verdachte sprake is van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens, in de vorm van een lichte verstandelijke beperking en een ontwijkende persoonlijkheidsstoornis. Daarnaast is er bij de verdachte sprake van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens, in de vorm van pedofilie van het niet-exclusieve type en alcoholafhankelijkheid.
Volgens Bullens kan ten aanzien van de verdachte op basis van het onderzoek een nadrukkelijke zorgnoodzaak worden vastgesteld. De verdachte heeft ook aangegeven dat hij zijn behandeling bij de Waag wil continueren. Bullens is van mening dat vanwege zijn pedofilie, ontwijkende persoonlijkheidsstoornis en beperkte coping-vaardigheden, behandeling van de verdachte is geïndiceerd. In behandeling dient – rekening houdend met zijn beperkte cognitieve capaciteiten – op cognitief niveau onder meer te worden gewerkt aan het versterken van adequate (niet-emotionele, niet-vermijdende, maar taakgerichte) copingstrategieën. Het leren om over problemen te praten en het leren ventileren van zijn gevoelens kunnen ervoor zorgen dat de interne druk bij hem niet te hoog oploopt, zodat kan worden voorkomen dat hij de controle over zijn emoties verliest en een woede-uitbarsting krijgt, en hij niet hoeft over te gaan tot vermijding van zijn gevoelens, met name in de vorm van alcoholgebruik. Zijn alcoholproblematiek is dan ook een ander belangrijk thema dat dient te worden geadresseerd. Tevens dient aandacht te zijn voor het vergroten van zijn eigenwaarde en zelfvertrouwen, en kan worden gewerkt aan het weerbaarder maken van de verdachte dan wel het vergroten van zijn assertiviteit, zodat de verdachte meer voor zichzelf leert opkomen. Het verminderen van sociaal ongemak, het bevorderen van het aangaan van sociale relaties dan wel het verstevigen van zijn sociale netwerk vormen doelen waar eveneens binnen de behandeling aandacht aan dient te worden besteed. Verder moeten diverse onverwerkte aspecten uit zijn jeugd, zoals de onveilige hechting, het (vermeende) seksueel misbruik in zijn jonge kinderjaren, en de uithuisplaatsing worden geadresseerd, omdat dit nog steeds belangrijke en belastende thema’s in zijn leven zijn en voor negatieve emoties en problemen zorgen. Tot slot dient in het verlengde daarvan aandacht te worden besteed aan zijn seksuele problematiek en dient hij meer inzicht in zijn seksuele identiteit en pedofiele gevoelens te krijgen.
Voorts heeft de rechtbank kennisgenomen van het reclasseringsadvies van 9 november 2016, opgesteld door [naam 2] (reclasseringswerker). Hierin komt naar voren dat de verdachte tijdens een lopende proeftijd met toezicht opnieuw verdacht is geraakt ten aanzien van het bezit van kinderpornografie. De verdachte blijkt voorts op een licht verstandelijk beperkt niveau te functioneren. Hij heeft reeds een behandelcontact met De Waag en komt zijn afspraken aldaar matig na, maar hij zet zich bij aanwezigheid inhoudelijk goed in. Positieve factoren in het leven van de verdachte zijn voorts zijn inkomen en dagbesteding middels werk, zijn relatie en sociale contacten. Risicofactoren zijn tevens zijn sociale contacten alsook zijn verstandelijke vermogens, emotioneel welzijn, schulden en mogelijk fors alcoholgebruik. Bij de verdachte is ook sprake van veel fysieke gezondheidsklachten. Hoewel zijn forse alcoholgebruik hierin een grote rol lijkt te spelen, is de verdachte vooralsnog niet erg voornemens om zijn alcoholgebruik aan banden te leggen. Verder wordt door de reclassering opgemerkt dat de verdachte psychotische overschrijdingen ervaart. Een zorg is de labiele indruk die de verdachte achterlaat en er lijkt volgens de reclassering nog verdieping en stabiliteit ten aanzien van meerdere leefgebieden nodig te zijn. De reclassering is dan ook van mening dat de realisering van de doelstelling nog geruime tijd nodig heeft, nu er een aantal belangrijke doelen van het risicomanagement nog niet gerealiseerd is. Het verloop van voornoemde is gerelateerd met de houding en het (psychisch) welzijn van de verdachte. De reclassering merkt verder op dat de verdachte serieus nadenkt over zijn toekomst, doch in de stappen die hij maakt advies en sturing nodig heeft.
De reclassering heeft geadviseerd aan de verdachte een (gedeeltelijk) voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, met een proeftijd eventueel langer dan twee jaren, en daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden van een meldplicht, een behandelverplichting, een contactverbod met minderjarigen en andere voorwaarden het gedrag betreffende, waaronder de controle van gegevensdragers op de aanwezigheid van kinderporno.
De straf
De rechtbank heeft bij het bepalen van de straf voorts acht geslagen op de oriëntatiepunten die landelijk voor de straftoemeting (LOVS) ten aanzien van kinderporno zijn vastgesteld.
Als oriëntatiepunt voor het een beroep of gewoonte maken van het bezit van kinderporno geldt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van één jaar. Hoewel de rechtbank, gelet op de ernst van het feit en de recidive, een lange onvoorwaardelijke gevangenisstraf in beginsel een passende straf acht, zal zij de duur hiervan gelet op het tijdsverloop (gedurende welk tijdsverloop de verdachte onder toezicht van de reclassering stond en aan behandeling bij de Waag heeft meegewerkt) en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte matigen. De rechtbank zal aan de verdachte opleggen een gevangenisstraf voor duur van 6 maanden, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, waarvan 2 maanden voorwaardelijk en hier een proeftijd voor de duur van 3 jaren aan verbinden. De rechtbank beoogt met dit voorwaardelijk deel de verdachte ervan te weerhouden om in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen en beoogt met het opleggen van bijzondere voorwaarden de voortzetting van behandeling en toezicht op het handelen van de verdachte mogelijk te maken. De rechtbank zal aan het voorwaardelijk deel van de straf dan ook alle door de reclassering geadviseerde voorwaarden verbinden.

7.De inbeslaggenomen goederen

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat het op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen onder 3 genummerde voorwerp, te weten een harddisk, zal worden onttrokken aan het verkeer.
Ten aanzien van de overige inbeslaggenomen voorwerpen heeft de officier van justitie geen standpunt ingenomen.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft ten aanzien van de inbeslaggenomen voorwerpen geen standpunt ingenomen.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de op de beslaglijst onder 1, 2 en 4 genummerde voorwerpen, te weten computers, onttrekken aan het verkeer. Deze voorwerpen zijn voor onttrekking aan het verkeer vatbaar, aangezien met behulp van deze voorwerpen het bewezenverklaarde feit is begaan en deze voorwerpen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.
Op grond van het onderzoek ter terechtzitting kan met betrekking tot het op de beslaglijst onder 3 genummerde voorwerp, te weten een harddisk, geen persoon als rechthebbende worden aangemerkt. De rechtbank zal daarom de bewaring van dit voorwerp ten behoeve van de rechthebbende gelasten.
Nu het op de beslaglijst onder 5 genummerde voorwerp, te weten een telefoontoestel, reeds is teruggegeven aan de verdachte gelast de rechtbank de teruggave aan de verdachte van dit op de beslaglijst onder 3 genummerde voorwerp.

8.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straf en maatregel zijn gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 36b, 36c, 47 en 240b van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank:
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan, zoals hierboven onder 3.5 bewezen is verklaard en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
medeplegen van een afbeelding en een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, terwijl van het plegen van dit misdrijf een beroep of gewoonte wordt gemaakt;
verklaart het bewezenverklaarde en de verdachte deswege strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van
6 (zes) maanden;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
bepaalt dat een gedeelte van die straf, groot
2 (twee) maanden, niet zal worden tenuitvoergelegd onder de algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich voor het einde van de hierbij op
drie jarenvastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ter vaststelling van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
en onder de bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich gedurende de proeftijd meldt bij de Reclassering Nederland, op door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zolang de reclassering dat noodzakelijk acht;
- zich gedurende de proeftijd onder behandeling stelt van de forensische polikliniek De Waag of een soortgelijke ambulante forensische zorginstelling, op de tijden en plaatsen als door of namens die zorginstelling aan te geven, teneinde een behandeling te volgen gericht op zedendelinquenten en aangepast aan zijn IQ. Indien geïndiceerd zal de veroordeelde een behandeling gericht op alcoholmisbruik afronden. Voorts zal de veroordeelde zich houden aan de voorgeschreven medicatie conform het beleid zoals bepaald door de behandelaar.
- gedurende de proeftijd geen contact heeft met minderjarigen, zolang de reclassering dat noodzakelijk acht. Indien er een (zakelijk) contact met minderjarigen bestaat (binnen een door de reclassering goedgekeurde dienstbetrekking en/of dagbesteding en/of activiteit), zal de veroordeelde hieromtrent afspraken accepteren en zich hierop laten controleren;
- gedurende de proeftijd een zinvolle en door de reclassering goedgekeurde dagbesteding heeft en eventuele veranderingen aangaande werk en/of dagbesteding met de reclassering bespreekt. De veroordeelde stelt zich hierin controleerbaar op en geeft de reclassering toestemming om referenten te spreken;
- gedurende de proeftijd geen omgang heeft met personen die zijn begeleiding/toezicht in gevaar (kunnen) brengen en openheid van zaken geeft bij het aangaan van nieuwe contacten/relaties of bestaande relaties. De veroordeelde verleent de reclassering toestemming om relevante referenten te raadplegen en contact te onderhouden met personen en instanties die deel uitmaken van zijn netwerk;
- gedurende de proeftijd openheid van zaken geeft aangaande zijn financiën en – indien nodig – professionele hulp aanvaardt hierbij;
- zich gedurende de proeftijd op welke wijze dan ook onthoudt van het op digitale wijze met een seksuele intentie communiceren met minderjarigen, zich op welke wijze dan ook onthoudt van gedragingen die zijn gericht op internetomgevingen waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen en zich op welke wijze dan ook onthoudt van gedragingen die zijn gericht op internetomgevingen waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd. De veroordeelde werkt mee aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek, terwijl het daarop uitgeoefende toezicht mede kan bestaan uit controles van zijn computer(s) en andere apparatuur. De veroordeelde is tijdens de gesprekken met de reclassering open over hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen;
geeft opdracht aan Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beslag
verklaart onttrokken aan het verkeer de op de beslaglijst onder 1, 2 en 4 genummerde voorwerpen, te weten:
1. STK Computer, HP, sealbag 6865408 (KP!!);
2. 1.00 STK Computer, notebook sealbag 6865406;
4. 1.00 STK Computer, COMPAQ, wachtwoord feyenoord20;
gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van het op de beslaglijst onder 3 genummerde voorwerp, te weten:
3. 1.00 STK Harddisk, randapparatuur sealbag 0420391 uit pc kast;
gelast de teruggave aan de verdachte van het op de beslaglijst onder 5 genummerde voorwerp, te weten:
5. 1.00 STK Telefoontoestel, HUAWEI.
Dit vonnis is gewezen door
mr. N.F.H. van Eijk, voorzitter,
mr. M. Rootring, rechter,
mr. D. Biever, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. E.C. Bloem, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 15 mei 2018.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2016003267, van de politie eenheid Den Haag, Dienst Regionale Recherche, Afdeling Thematische Opsporing, Team Zeden, met bijlagen (doorgenummerd p. 1 t/m 111) en een aantal losse processen-verbaal.
2.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 januari 2016, p. 28-29.
3.Proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal d.d. 26 april 2016, p. 43; proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal d.d. 26 april 2016, bijlage 4, p. 53-54.
4.Proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal d.d. 26 april 2016, bijlage II, p. 49; proces-verbaal digitaal onderzoek kinderpornografie d.d. 1 maart 2016, p. 33.
5.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 april 2018, los proces-verbaal, p. 1 van 2.
6.Proces-verbaal van onderzoek d.d. 13 juni 2016, p. 86.
7.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 april 2018, los proces-verbaal, p. 1 van 2.
8.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 augustus 2017, los proces-verbaal, p. 3 van 4.
9.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 april 2018, los proces-verbaal. p. 1 van 2.
10.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 juni 2016, p. 83-84.
11.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 augustus 2017, los proces-verbaal, p. 3 van 4.
12.Proces-verbaal verhoor van getuige [naam 1] d.d. 5 april 2018
13.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 juni 2016, p. 83.