Het uitgangspunt in de APV, waarnaar de last verwijst, is dat voor het plaatsen van een mobiel toilet (of een ander voorwerp) op de weg een vergunning of instemming van verweerder is vereist. Anders dan verweerder betoogt, is uit het besluit van 5 december 2016 niet af te leiden dat de dwangsom bij herhaalde overtreding van artikel 2:10, eerste lid, van de APV, ongeacht tijdstip of locatie, verbeurd wordt. In de last wordt meermaals concreet de locatie aan het parkeerterrein aan [straat 1], ter hoogte van [plek] bij lichtmastnummer [lichtmasnummer], genoemd. Voorts spreekt te last van ‘het’ toilet. In onderhavige zaak gaat het om de locatie op [straat 2], ter hoogte van huisnummer [huisnummer] (parkeerterrein). De afstand tussen locatie aan [straat 2] en het parkeerterrein aan [straat 1], ter hoogte van [plek] bij lichtmastnummer [lichtmasnummer] ([plaats]) bedraagt ongeveer 4.5 kilometer.
Het opleggen van een last onder dwangsom is een belastende beschikking. Het moet voor degene, aan wie de last wordt opgelegd, volledig duidelijk zijn wat er van hem wordt verwacht en onder welke omstandigheden een dwangsom wordt verbeurd.
De rechtbank acht hierbij van belang dat in het besluit van 5 december 2016 slechts gesproken wordt over de overtreding op de locatie aan het parkeerterrein aan [straat 1], zodat eiseres ervan uit kon gaan dat dit de te beëindigen situatie was, terwijl het opleggen van een dwangsom in de door verweerder beoogde zin (namelijk inhoudende dat eiseres of haar bestuurders een dwangsom verbeuren zodra er ergens in de gemeente Den Haag een aan eiseres in eigendom toebehorend mobiel toilet of ander voorwerp in strijd met artikel 2:10, eerste lid, van de APV wordt aangetroffen) niet kan worden gebaseerd op de constatering dat eiseres éénmalig een overtreding heeft begaan. Een dergelijke beslissing zou niet draagkrachtig gemotiveerd en onevenredig belastend zijn.
Gezien het vorenstaande heeft verweerder zich in redelijkheid niet op het standpunt kunnen stellen dat de opgelegde last onder dwangsom zich (tevens) omvat het niet overtreden van artikel 2:10, eerste lid, van de APV op de locatie op [straat 2], ter hoogte van huisnummer [huisnummer]. Dat eiseres tegen laatstgenoemde last geen bezwaar heeft ingediend doet daaraan niet af, aangezien zij er terecht vanuit ging dat deze zich richtte tegen het toilet bij het parkeerterrein aan [straat 1], ter hoogte van [plek] bij lichtmastnummer [lichtmasnummer], welk toilet door eiseres is verwijderd.