ECLI:NL:RBDHA:2018:6481
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T. van Rij
- Rechtspraak.nl
Terecht opgelegde naheffingsaanslag parkeerbelasting door gemeente Leiden
In deze zaak gaat het om de vraag of de naheffingsaanslag parkeerbelasting, opgelegd door de gemeente Leiden, terecht is. De eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde N.G.A. Voorbach, heeft bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslag van € 63,70, die is opgelegd op 31 juli 2017. De parkeercontroleur constateerde dat er geen parkeerbelasting was betaald en geen vergunning zichtbaar was in de auto. Eiser heeft in beroep aangevoerd dat de aanslag onbevoegd is opgelegd en dat hij wel degelijk aan zijn belastingverplichtingen heeft voldaan.
De rechtbank heeft op 1 juni 2018 uitspraak gedaan en het beroep ongegrond verklaard. De rechtbank overweegt dat eiser bekend moet zijn met de voorwaarden voor het gebruik van de werknemersvergunning en dat deze duidelijk zichtbaar moet zijn. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanslag terecht is opgelegd, omdat eiser niet aan de voorwaarden heeft voldaan. De stelling van eiser dat de kosten van handhaving lager zijn dan de opbrengsten van de parkeerbelasting is door verweerder weerlegd. De rechtbank concludeert dat de naheffingsaanslag rechtmatig is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Den Haag.