ECLI:NL:RBDHA:2018:6822

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
12 juni 2018
Publicatiedatum
11 juni 2018
Zaaknummer
09/997102-12
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in zaak van belastingfraude en criminele organisatie met betrekking tot CO2-emissierechten

Op 12 juni 2018 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van deelname aan een criminele organisatie en belastingfraude met CO2-emissierechten. De verdachte, geboren in 1981 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, werd beschuldigd van het vormen van een criminele organisatie samen met medeverdachten en het plegen van verschillende strafbare feiten, waaronder belastingfraude, valsheid in geschrift en witwassen. Het onderzoek vond plaats in de context van een omvangrijk internationaal onderzoek naar belastingfraude met emissierechten, waarbij meer dan vijftig vennootschappen in verschillende landen betrokken waren.

Tijdens de zittingen op 28 en 29 mei 2018 heeft de officier van justitie, mr. R. Terpstra, gepleit voor bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was om de betrokkenheid van de verdachte bij de criminele organisatie en de andere feiten vast te stellen. De rechtbank heeft overwogen dat de verdachte niet actief betrokken was bij de tenlastegelegde feiten en dat de geldstromen die aan hem werden toegeschreven, dateren van vóór de periode waarin de feiten zich zouden hebben afgespeeld.

Uiteindelijk heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat hij deze feiten had begaan. De uitspraak benadrukt de noodzaak van voldoende bewijs voor de betrokkenheid bij criminele organisaties en de complexiteit van belastingfraudezaken, vooral in een internationale context.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 09/997102-12
Datum uitspraak: 12 juni 2018
Verstek
(Promisvonnis)
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1981 te [geboorteplaats],
thans zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 28 en 29 mei 2018.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. R. Terpstra.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is – kort en zakelijk weergegeven – ten laste gelegd dat hij:
feit 1
vanaf 1 januari 2009 tot en met 1 oktober 2009 als oprichter en bestuurder/leider een criminele organisatie heeft gevormd met [medeverdachte 1], [medeverdachte 2], [medeverdachte 3] en verschillende rechtspersonen, welke criminele organisatie als doel had het plegen van belastingfraude, valsheid in geschrift en witwassen;
feit 2
dat in de periode van 1 april 2009 tot en met 1 augustus 2009 [A NL B.V.]. (later veranderd in [B NL B.V.]) geen aangifte omzetbelasting heeft gedaan waardoor er € 6.455.846,41 te weinig belasting is geheven, aan welke gedraging verdachte feitelijke leiding heeft gegeven;
feit 3
dat in de periode van 11 juli 2009 tot en met 27 mei 2010 [X NL B.V.]. en/of [Y VEA Ltd] tezamen en in vereniging een factuur van [X NL B.V.]. aan [Y VEA Ltd] van 15 mei 2009 valselijk hebben opgemaakt, aan welke gedraging verdachte feitelijke leiding heeft gegeven;
feit 4
dat in de periode van 20 april 2009 tot en met 18 juni 2009 [X NL B.V.]. en/of [Y VEA Ltd] tezamen en in vereniging geldbedragen hebben witgewassen, , aan welke gedraging verdachte feitelijke leiding heeft gegeven.
De tekst van de tenlastelegging is als bijlage bij dit vonnis opgenomen.

3.Bewijsoverwegingen

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde feiten. Daarbij heeft de officier van justitie ten aanzien van de rol van de verdachte, zakelijk weergegeven, op het volgende gewezen.
Verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] zijn halfbroers, wonen op hetzelfde adres en hebben een aanvraag voor een bankrekening van [Y VEA Ltd] gezamenlijk ondertekend. Voorts is verdachte director van [Y VEA Ltd]. [Y VEA Ltd] is een prominente schakel in de omzetbelasting-fraude met emissierechten. Er zijn aanzienlijke bedragen over gemaakt van [Y VEA Ltd] naar verdachte. Ook heeft de officier van justitie erop gewezen dat uit opnames van telefoongesprekken door de Franse emissie autoriteit volgt dat verdachte gebeld heeft in het kader van aanvragen voor emissie accounts.
3.2
Integrale vrijspraak
Het onderzoek [B NL B.V.] / Schone schijn ziet op omzetbelastingfraude met CO2-emissierechten. Uit het onderzoeksdossier komt kort gezegd het volgende beeld naar voren. Op buitenlandse beurzen werden emissierechten zonder omzetbelasting gekocht, die binnen een (frauduleus) samenwerkingsverband van Europese ondernemingen inclusief omzetbelasting meermalen werden (door)verkocht. De laatste verkoop een beurs binnen de Europese Unie. In Nederland was dat Climex.
Kenmerkend voor deze fraudevorm is dat de eerste ondernemer in de schakel die zonder omzetbelasting gekochte emissierechten binnen de Europese Unie doorverkocht de bij die verkoop gefactureerde omzetbelasting niet op aangifte heeft voldaan, terwijl hij daartoe materieel wel gehouden was. Een dergelijke ondernemer wordt in verband met ‘ploffer/missing trader’ aangeduid. De ondernemers aan wie de ‘ploffer’ de goederen doorverkoopt om de handelsketen een legale status te geven, wordt als ‘buffer ‘ aangeduid.
Het internationale onderzoek naar deze vorm van fraude met omzetbelasting op de handel in emissierechten is zeer omvangrijk geweest. Daarbij zijn ruim vijftig vennootschappen in zes lidstaten van de Europese Unie, Zwitserland, Hong Kong, de Verenigde Arabische Emiraten en de daarbij betrokken natuurlijke personen onderzocht. De tenlastelegging ziet op het Nederlandse deel van dit onderzoek: omzetbelastingfraude, valsheid in geschrift, witwassen en deelname aan een criminele organisatie.
De rechtbank heeft de vraag te beantwoorden of verdachte deel heeft uitgemaakt van een criminele organisatie die zich heeft schuldig gemaakt aan de hiervoor weergegeven verdenking, alsmede of verdachte feitelijke leiding heeft gegeven aan het opzettelijk niet doen van aangiften omzetbelasting, valsheid in geschrift en het maken van een gewoonte van witwassen.
Feit 1
Juridisch kader criminele organisatie
Een criminele organisatie als bedoeld in artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht is een samenwerkingsverband, met een zekere duurzaamheid en structuur, tussen ten minste twee (rechts)personen. Niet is vereist dat daarbij komt vast te staan dat men moet hebben samengewerkt met, althans bekend moet zijn geweest met alle andere personen die deel uitmaken van de organisatie of dat de samenstelling van het samenwerkingsverband steeds dezelfde is. Aanwijzingen voor het bestaan van een dergelijk samenwerkingsverband kunnen bijvoorbeeld zijn gemeenschappelijke regels, een bepaalde gezamenlijke werkwijze, het voeren van overleg, gezamenlijke besluitvorming, een taakverdeling en een bepaalde hiërarchie.
De organisatie dient het plegen van misdrijven tot oogmerk te hebben, hetgeen betekent dat het plegen van misdrijven het naaste doel van de organisatie is. Voor het bewijs van het oogmerk kan betekenis toekomen aan het meer duurzame of gestructureerde karakter van de samenwerking, zoals daarvan kan blijken uit de onderlinge verdeling van werkzaamheden of onderlinge afstemming van activiteiten van deelnemers binnen de organisatie met het oog op het bereiken van het gemeenschappelijke doel van de organisatie. Of, meer in het algemeen, aan de planmatigheid of stelselmatigheid van de met het oog op dit doel verrichte activiteiten van deelnemers binnen de organisatie.
Er is sprake van deelnemen aan een organisatie als bedoeld in artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht indien de verdachte behoort tot de organisatie en een aandeel heeft in gedragingen, of deze gedragingen ondersteunt, die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het in dat artikel bedoelde oogmerk, te weten: het plegen van misdrijven. Hij dient in dat verband in zijn algemeenheid te weten dat de organisatie tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven. Niet is vereist dat de deelnemer enige vorm van opzet heeft gehad op de door de organisatie beoogde concrete misdrijven, aan enig concreet misdrijf heeft deelgenomen of van enig concreet misdrijf wetenschap heeft gehad.
Toepassing op deze zaak
De rechtbank overweegt dat uit het dossier volgt dat, anders dan het geval is ten aanzien van medeverdachte [medeverdachte 1], niemand van de bij de omzetbelastingfraude betrokken personen melding maakt van enige actieve betrokkenheid van verdachte bij de tenlastegelegde feiten. De betrokkenheid van verdachte zou volgens de stelling van de officier van justitie onder meer volgen uit de omstandigheid dat hij als
directorvan [Y VEA Ltd] staat vermeld en dat hij kennelijk ook in die hoedanigheid een bankrekening heeft aangevraagd. De rechtbank overweegt dat de geldstromen van [Y VEA Ltd] naar verdachte, waarnaar de officier van justitie nog heeft verwezen, dateren van 2005: ruim voordat de tenlastegelegde feiten plaatsvonden. Voor zover verdachte in het dossier wél naar voren komt in een actieve rol bij de handel in emissierechten, ziet die informatie op een deel van het Fiod-onderzoek dat buiten het bestek van deze strafzaak valt. De rechtbank is van oordeel dat ten aanzien van de onderhavige tenlastegelegde feiten het dossier onvoldoende concrete aanknopingspunten biedt, in de zin van wettig en overtuigend bewijs, om vast te kunnen stellen dat verdachte deel uit heeft gemaakt van deze criminele organisatie en wat zijn rol daarin dan is geweest. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van dit feit.
Feiten 2, 3 en 4
Het voorgaande leidt ook tot de conclusie dat verdachte niet als feitelijke leidinggever kan worden aangemerkt van bij de omzetbelastingfraude betrokken rechtspersonen [A NL B.V.]. / [B NL B.V.] en [X NL B.V.]. De rechtbank zal verdachte daarom ook vrijspreken van de feiten 2, 3 en 4.

4.De beslissing

De rechtbank:
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door
mr. H. Steenhuis, voorzitter,
mr. F.A.M. Veraart, rechter,
mr. Y.C. Bours, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. B. Schaafsma, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 12 juni 2018.
Bijlage
1.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode vanaf 1 januari
2009 tot en met 1 oktober 2009 te Amsterdam en/of Den Haag en/of elders in
Nederland en/of Denemarken en/of Zwitserland en/of de Verenigde Arabische
Emiraten (Dubai) en/of Hong Kong als oprichter en/of leider en/of bestuurder
heeft deelgenomen, althans heeft deelgenomen, aan een organisatie, welke werd
gevormd door verdachte en/of
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [X VEA Ltd]
en/of [Y VEA Ltd] en/of [Zw S.A.] en/of [A NL B.V.]
/ [B NL B.V.] en/of [Z NL B.V.]
en/of [X NL B.V.] en/of één of meer
ander(en) natuurlijke perso(o)n(en) en/of rechtsperso(o)n(en),
welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk
-het opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte niet en/of onjuist
en/of onvolledig doen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting
wordt geheven (art. 69 AWR) en/of
-valsheid in geschriften (art. 225 WvSr) en/of
-witwassen (art. 420bis WvSr);
2.
de besloten vennootschap [A NL B.V.] / [B NL B.V.]
op één of meer tijdstippen in of
omstreeks de periode vanaf 1 april 2009 tot en met 1 augustus 2009 te Den Haag
en/of Apeldoorn, en/of elders in Nederland en/of Denemarken en/of Zwitserland
en/of de Verenigde Arabische Emiraten (Dubai), tezamen en in vereniging met
één of meer andere(n), althans alleen,
opzettelijk (een) bij de Belastingwet voorziene aangifte(n), als bedoeld in de
Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten (een) aangifte(n) omzetbelasting
over het tijdvak tweede kwartaal 2009, (telkens) niet heeft gedaan, althans
niet binnen de daarvoor gestelde (wettelijke) termijn heeft gedaan, terwijl
dat/die feit(en) (telkens) er toe strekte dat te weinig (totaal 6.455.846,41
euro) belasting werd geheven
tot het plegen van welk(e) bovenomschreven strafba(a)r(e) feit(en) hij,
verdachte, (telkens) opdracht heeft/hebben gegeven, dan wel aan welke
bovenomschreven verboden gedraging(en) verdachte (telkens) feitelijk leiding
heeft gegeven;
3.
de besloten vennootschap(pen) [X NL B.V.]. en/of [Y VEA Ltd]
op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode vanaf 11 juli 2009
tot en met 27 mei 2010 te Amsterdam en/of Den Haag en/of elders in Nederland
en/of Zwitserland en/of de Verenigde Arabische Emiraten (Dubai) tezamen en in
vereniging met één of meer andere(n), althans alleen,
-een factuur van [X NL B.V.]. aan [Y VEA Ltd],
gedagtekend 15 mei 2009 (D-62)
zijnde een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen
valselijk heeft/hebben opgemaakt en/of vervalst en/of doen opmaken en/of doen
vervalsen, met het oogmerk om dit als echt en onvervalst te gebruiken en/of
door (een) ander(en) te doen gebruiken, immers staat in die factuur valselijk
en in strijd met de waarheid - zakelijk weergegeven - (in de Engelse taal)
opgeschreven dat
[X NL B.V.]. aan [Y VEA Ltd] op 15 mei 2009, althans op
enig moment voor 15 mei 2009, voor een bedrag van 5.073.140 euro een
hoeveelheid van 347.000 (ton) (aan CO2 Emissierechten) heeft verkocht en/of
geleverd, terwijl - in werkelijkheid - er geen verkoop en/of levering van
347.000 (ton) (aan CO2 emissierechten) van [X NL B.V.] aan [Y VEA Ltd]
heeft plaatsgevonden en/of geen verkoop en/of levering (van
CO2 emissierechten) (door [X NL B.V.] aan [Y VEA Ltd])
heeft plaatsgevonden op de gedagtekende datum en/of tegen het genoemde
(geld)bedrag, althans geen verkoop en/of levering (van CO2 emissierechten)
heeft plaatsgevonden zoals vermeld op deze factuur
tot het plegen van welk(e) bovenomschreven strafba(a)r(e) feit(en) hij,
verdachte, (telkens) opdracht heeft/hebben gegeven, dan wel aan welke
bovenomschreven verboden gedraging(en) verdachte (telkens) leiding heeft
gegeven;
4.
de besloten vennootschap(pen) [X NL B.V.]. en/of [Y VEA Ltd]
op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode vanaf 20 april 2009
tot en met 18 juni 2009 te Den Haag en/of elders in Nederland en/of
Zwitserland en/of Hong Kong (China) en/of de Verenigde Arabische Emiraten
(Dubai) tezamen en in vereniging met één of meer andere(n), althans alleen,
één of meer voorwerp(en), zijnde één of meer geldbedrag(en), te weten
-(een) gira(a)l(e) geldbedrag(en) van 2.550.000 euro en/of 2.500.000 euro
(overgeschreven van bankrekening [rekeningnummer] t.n.v. [X NL B.V.]. naar
bankrekening [rekeningnummer] [Zw S.A.]) (D-97) en/of
-(een) gira(a)l(e) geldbedrag(en) van 925.000 euro en/of 975.000 euro en/of
875.000 euro en/of 725.000 euro en/of 875.000 euro en/of 550.000 euro
en/of 600.000 euro (overgeschreven van bankrekening [rekeningnummer] t.n.v.
[Y VEA Ltd] naar bankrekening [rekeningnummer] t.n.v. [X NL B.V.]
) (D-78 en D79) en/of
-(een) gira(a)l(e) geldbedrag(en) van 2.200.000 euro en/of 1.200.000 euro
en/of 1.000.000 euro (overgeschreven van bankrekening [rekeningnummer] t.n.v. [X NL B.V.]
naar een bankrekening t.n.v. [X VEA Ltd])
(D-87 2/4) en/of
-(een) gira(a)l(e) geldbedrag(en) van 475.000 euro en/of 700.000 euro en/of
460.000 euro en/of 675.000 euro en/of 1.150.000 euro en/of 940.000 euro
(overgeschreven van een bankrekening t.n.v. [X VEA Ltd] naar
bankrekening [rekeningnummer] t.n.v. [X NL B.V.].) (D-78 en D79)
heeft/hebben verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen en/of gebruik
gemaakt, terwijl zij wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat
dit/deze geldbedrag(en) geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk -
afkomstig was/waren uit enig(e) misdrijf/ misdrijven,
zulks terwijl [X NL B.V.]. en/of [Y VEA Ltd] en/of haar
mededader(s) van het plegen van dit/deze misdrijf/ misdrijven een gewoonte
heeft/hebben gemaakt en/of het plegen van dit/deze misdrijf/misdrijven als
bedrijf heeft/hebben uitgeoefend,
tot het plegen van welk(e) bovenomschreven strafba(a)r(e) feit(en) hij,
verdachte, (telkens) opdracht heeft/hebben gegeven, dan wel aan welke
bovenomschreven verboden gedraging(en) verdachte (telkens) feitelijk leiding
heeft gegeven.