ECLI:NL:RBDHA:2018:7592
Rechtbank Den Haag
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Opheffing van executoriaal beslag in kort geding tussen ex-echtgenoten met betrekking tot alimentatiebetalingen en eigendom van woningen
In deze zaak, die voor de Rechtbank Den Haag is behandeld, vorderde de man de opheffing van een executoriaal beslag dat door de vrouw was gelegd op zijn aandeel in de woning. Het beslag was in 2008 gelegd naar aanleiding van een vermeende achterstand in alimentatiebetalingen. De man stelde dat er geen sprake was van een betalingsachterstand en dat het beslag ten onrechte was gelegd. De vrouw voerde aan dat er wel degelijk een achterstand was en dat zij belang had bij handhaving van het beslag. De voorzieningenrechter oordeelde dat de vrouw misbruik van bevoegdheid maakte door niet mee te werken aan de opheffing van het beslag. De voorzieningenrechter wees de vordering van de man tot opheffing van het beslag toe, maar wees de vordering tot inschrijving van de opheffing in de openbare registers af, omdat de man dit zelf kon doen. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg.