Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[naam] , eiser en verzoeker, hierna: eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser, ten bedrage van € 1.002,- (duizendtwee euro), te betalen aan eiser.
Overwegingen
De rechtbank ziet aanleiding de schending van artikel 28 Wbtv te passeren met toepassing van artikel 6:22 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), nu evident is dat eiser door het gebrek niet is benadeeld. Niet is gebleken dat eiser de tolk niet goed heeft begrepen. Tijdens het aanmeldgehoor heeft eiser bevestigend geantwoord op de vraag van de gehoormedewerker aan het begin van het gehoor of hij de tolk goed kon verstaan en begrijpen in het Wolof. Op de vraag van de gehoormedewerker aan het einde van het gehoor of eiser nog op- of aanmerkingen heeft over de werkwijze van de gehoormedewerker of de tolk, heeft eiser geantwoord: "Nee". Uit het aanmeldgehoor, de zienswijze en het beroepschrift is ook niet gebleken dat sprake is geweest van een miscommunicatie tussen eiser en de tolk. Bovendien blijkt noch uit de beroepsgronden, noch uit de behandeling ter zitting dat eiser feiten of omstandigheden naar voren had willen brengen waartoe hij door gebruikmaking van een niet-registertolk niet in staat is geweest.
Het beroep is ongegrond. Het verzoek om een voorlopige voorziening wordt afgewezen.