ECLI:NL:RBDHA:2018:8639
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- T.F. Hesselink
- H.W. Vogels
- D.G.J. Dop
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter wegens vermeende vooringenomenheid
Op 9 juli 2018 heeft de Meervoudige Wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan op een wrakingsverzoek van een gedetineerde verzoeker, vertegenwoordigd door zijn raadsman mr. N.M. Fakiri. Het verzoek tot wraking was gericht tegen mr. F.A.M. Veraart, de rechter in de hoofdzaak waarin verzoeker als verdachte was aangemerkt. De aanleiding voor het wrakingsverzoek was een opmerking van de rechter tijdens een zitting op 12 juni 2018, waarin de rechter vroeg naar een gesprek tussen de raadsman en de tolk. De raadsman interpreteerde deze vraag als een verbod om te communiceren, wat volgens hem een indicatie was van vooringenomenheid van de rechter.
De rechtbank heeft het wrakingsverzoek afgewezen. De rechters oordeelden dat de enkele omstandigheid dat de rechter vroeg naar het gesprek tussen de raadsman en de tolk, niet voldoende was om te vrezen voor vooringenomenheid. De vraag van de rechter werd niet gezien als een verbod op communicatie en er waren geen bijzondere omstandigheden die de objectieve vrees voor partijdigheid konden rechtvaardigen. De rechtbank benadrukte dat rechters worden vermoed onpartijdig te zijn en dat er zware aanwijzingen nodig zijn om aan te nemen dat deze onpartijdigheid in het geding is.
De beslissing houdt in dat het proces in de hoofdzaak voortgezet zal worden in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. De rechtbank heeft de beslissing op schrift gesteld en deze zal worden toegezonden aan de betrokken partijen, waaronder de verzoeker, de raadsman en de officier van justitie.