Uitspraak
REchtbank DEN Haag
Exploitatiemaatschappij Elfhoeven B.V. (Elfhoeven), te Reeuwijk (gemachtigde: [gemachtigde] ), vergunninghoudster.
Procesverloop
Overwegingen
footprintvan het hoofdgebouw met aangebouwde facilitaire ruimte bedraagt reeds 503 m² en 84 m²= 587 m². Op grond van het gemeentelijke beleid dient de oppervlakte van de buitenruimte (483 m²) daar nog bij te worden opgeteld (totaal 1.070 m²), zodat hier ook sprake is van een overschrijding van 670 m² van wat op grond van de Staat van Horeca-activiteiten onder categorie 1b valt. Daar komt het vrijstaande bijgebouw (36 m²) nog bij.
en(
onderstreping verweerder) een restaurant mochten worden gebouwd met een maximale oppervlakte van 506 m² (exclusief bedrijfswoning, de bij de bedrijfswoning behorende bijgebouwen en de gebouwen als bedoeld onder sub p van dit artikel), een goothoogte van ten hoogste 4,75 m en een bouwhoogte van ten hoogste 8,50 meter. Uit de toelichting op dit bestemmingsplan blijkt ook dat een hotel
en(
onderstreping verweerder) een restaurant waren toegestaan. Ook het huidige bestemmingsplan ‘Plassengebied’ maakt, zo blijkt uit artikel 12, eerste lid onder a, van de planregels ter plaatse onder meer een hotel
en(
onderstreping verweerder) een restaurant mogelijk. Voorafgaand aan de vaststelling van dit bestemmingsplan is horecacategorisering ingevoerd; omdat het voorgaande bestemmingsplan geen enkele beperking ten aanzien van het type horeca kende is deze categorisering in het bestemmingsplan opgenomen.
- de mate waarin een bedrijfstype naar verwachting bezoekers en in het bijzonder bezoekers per auto en/of brommers (scooters) aantrekt. Hierbij is voor categorie 1 een onderscheid gemaakt in oppervlakte om de verkeersaantrekkende werking van deze horeca-activiteiten in de categorisering op te nemen. Hierbij wordt uitgegaan van het vloeroppervlak van de betreffende horeca-activiteiten.
- Op grond van de toelichting bij de Staat van Horeca-activiteiten wordt de horecacategorie namelijk bepaald door het vloeroppervlak van (a) de totale bebouwde ruimte én (b) de totale onbebouwde ruimte. Opslag- en dienstruimte en de bedrijfswoning tellen mee, alsook de gehele buitenruimte voor zover gelegen binnen een bestemming die horeca toelaat.
“Deze aanvraag voor een reguliere omgevingsvergunning met betrekking tot de herinrichting van het plangebied en de nieuwbouw van een hotel-restaurant met een bedrijfswoning en de bouw van een tweetal facilitaire gebouwen.”Bij het onderdeel Bouwen (Overig bouwwerk bouwen 2) onder 1 (De bouwwerkzaamheden) van het aanvraagformulier staat letterlijk het volgende:
“Deze aanvraag betreft de nieuwbouw van een hotel-restaurant met een bedrijfswoning (appartement) en facilitaire ruimten voor onder andere opslag/milieustalling.”
en(
onderstreping verweerder) een restaurant mochten worden gebouwd, ieder met een maximale oppervlakte van 506 m². Ook hierin volgt de voorzieningenrechter verweerder niet. Uit de door verweerder van dat plan ingezonden gedeeltes blijkt namelijk dat in hoofdstuk 3 (Planbeschrijving) is omschreven dat het plan Elfhoeven bestaat uit de bouw van 20 recreatiewoningen van 50 m², een hotel van 230 m², een restaurant van 230 m² en een bedrijfswoning van 600 m³ met een bijgebouw van 50 m². Hieruit volgt weliswaar dat verweerder met juistheid betoogt dat op de betreffende locatie onder dat plan een hotel en een restaurant waren toegestaan, maar daaruit blijkt tevens dat de oppervlakte van het hotel was beperkt tot maximaal 230 m²; ook voor het restaurant gold dat maximaal 230 m² oppervlakte was toegestaan. Dit vindt bevestiging in de Bestemmingsregeling (hoofdstuk 7, p.19) van het oude bestemmingsplan; daarin is geregeld dat gebouwen mogen worden gebouwd “voor een hotel/restaurant met een totale maximale oppervlakte van 460 m² met een maximale uitbreiding naar in totaal 506 m²”.
Beslissing
- wijst het verzoek om een voorlopige voorziening toe;
- schorst het bestreden besluit tot zes weken na bekendmaking van de beslissing op bezwaar;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 338,- aan verzoekers te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten tot een bedrag van € 1.002,-.