ECLI:NL:RBDHA:2018:9946

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
17 augustus 2018
Publicatiedatum
16 augustus 2018
Zaaknummer
C/09/553423 / KG ZA 18-507
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • J.Th. van Walderveen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Inbreuk op Uniemerken en onrechtmatig handelen in kort geding tussen Rational c.s. en RG c.s.

In deze zaak, die op 17 augustus 2018 door de Rechtbank Den Haag werd behandeld, vorderden de eiseressen, Rational A.G. en Rational Grootkeukentechniek Nederland B.V., in kort geding dat de gedaagden, RG c.s., zouden worden verboden om inbreuk te maken op hun Uniemerken. De eiseressen stelden dat de samenwerkingsovereenkomst met RG c.s. op 4 januari 2018 was beëindigd, waardoor de gedaagden onrechtmatig gebruik maakten van de merken RATIONAL. De rechtbank oordeelde dat de opzegging van de overeenkomst door RG c.s. niet voldoende was aangetoond en dat de gedaagden recht hadden op het gebruik van de merken. De vorderingen in conventie werden afgewezen, omdat de rechtbank niet aannemelijk achtte dat de overeenkomst rechtsgeldig was beëindigd. In reconventie vorderden de gedaagden dat de eiseressen onrechtmatige uitingen over hen zouden staken, maar ook deze vorderingen werden afgewezen. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was voor de gestelde onrechtmatige handelingen door de eiseressen. De kosten van het geding werden toegewezen aan de in het ongelijk gestelde partij.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/09/553423 / KG ZA 18-507
Vonnis in kort geding van 17 augustus 2018
in de zaak van
1. de vennootschap naar Duits recht
RATIONAL A.G.,
gevestigd te Landsberg am Lech, Duitsland,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
RATIONAL GROOTKEUKENTECHNIEK NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Almelo,
eiseressen in conventie,
verweersters in reconventie,
advocaat: mr. D.E. Stols te Amsterdam,
tegen
1. de vennootschap onder firma
[RG],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
2.
[vennoot 1],
wonende te [woonplaats] ,
3.
[vennoot 2],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagden in conventie,
eisers in reconventie,
advocaat: mr. K.O. Valentien te Almere.
Partijen zullen hierna Rational c.s. (enkelvoud) en RG c.s. (enkelvoud) genoemd worden, eiseressen in conventie tevens verweersters in reconventie ook afzonderlijk Rational en Rational Grootkeukentechniek en gedaagden in conventie tevens eisers in reconventie ook afzonderlijk RG, [vennoot 1] en [vennoot 2] .

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding in kort geding van 25 mei 2018;
  • de akte houdende overlegging producties 1 tot en met 21 van Rational c.s.;
  • de akte houdende overlegging aanvullende producties 22 tot en met 24 van Rational c.s.;
  • de producties 1 tot en met 13 van RG c.s.;
  • de eis in reconventie, met producties A tot en met F;
  • drie faxberichten van 5 juli 2018 namens RG c.s. met aanvullende producties;
  • de mondelinge behandeling van 6 juli 2018;
  • de pleitnota van Rational c.s.;
  • de pleitnota van RG c.s..
1.2.
Ter zitting is geprobeerd een schikking te beproeven. Omdat een deelgeschil (aanhangig voor de rechtbank Overijssel, locatie Zwolle) niet door de in dit geding optredende advocaten wordt behandeld, is de zitting aangehouden voor uitlaten schikkingsonderhandelingen. Partijen hebben de voorzieningenrechter uiteindelijk gevraagd vonnis te wijzen nu een regeling niet mogelijk is gebleken.
1.3.
Vonnis is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Rational produceert keukenapparatuur, bestemd voor professionele afnemers. Rational Grootkeukentechniek is sinds ruim 30 jaar importeur van Rational-producten in Nederland, zulks op basis van een exclusieve (licentie)overeenkomst met Rational.
2.2.
Rational is houdster van de volgende merken:
- Het internationale woord/beeldmerk RATIONAL, geregistreerd op 19 februari 1988 onder nummer IR 520523, mede geldig voor de Benelux en de Europese Unie, voor waren in klasse 11 (kook- en stoomapparatuur voor het verwerken van voedingsmiddelen in institutionele keukens);
- Het internationale woord/beeldmerk
geregistreerd op 14 maart 2006 onder nummer IR 886229, mede geldig voor de Europese Unie, voor waren in klasse 3 (diverse schoonmaakmiddelen) en klasse 21 (diverse keukenbenodigdheden);
- Het internationale beeldmerk
op 27 januari 2001 geregistreerd onder nummer IR 753052, mede geldig voor de Europese Unie, voor waren in klasse 11 (kook- en stoomapparatuur).
2.3.
RG drijft een groothandel in horeca-keukenapparatuur. [vennoot 1] en [vennoot 2] zijn de twee vennoten van RG.
2.4.
[vennoot 1] en [vennoot 2] exploiteerden in het verleden drie Chinese restaurants in Amsterdam. In deze periode hebben zij de heer [A] (hierna: [A] ) leren kennen, tot eind 2015 directeur van Rational Grootkeukentechniek. [vennoot 1] en [A] raakten bevriend. [A] zag mogelijkheden en kansen voor [vennoot 1] en [vennoot 2] , die veel kennis hadden opgebouwd van de Chinese horecawereld, om de Chinese horeca aan Rational Grootkeukentechniek te binden. Tussen RG c.s. en de heer [A] is om die reden een mondelinge overeenkomst gesloten (hierna: de Overeenkomst). De Overeenkomst hield – voor zover relevant – het volgende in:
a. RG zou voor Rational Grootkeukentechniek Chinese horecaondernemers als klant werven en bedienen. RG zou aan Rational Grootkeukentechniek melden welke klant zij had voor de eventuele verkoop van een Rational machine. Rational Grootkeukentechniek zou dat omgekeerd ook doen en haar verkopers weghouden van de klant van RG. Rational Grootkeukentechniek heeft destijds aangegeven niet actief op zoek te gaan naar Chinese verkopers of andere partijen om de Chinese markt actief te gaan benaderen.
RG kreeg de gelegenheid om alle Rational-producten, die Rational Grootkeukentechniek in haar assortiment had, voor de Chinese horecamarkt in Nederland te verkopen en aan te prijzen. Voor ieder verkocht product zou RG een provisie ontvangen van 40 % over de adviesprijs. Eventuele kortingen zouden evenredig worden gedeeld door RG en Rational Grootkeukentechniek. De (oude) machines die werden vervangen door nieuwe apparatuur gekocht bij Rational Grootkeukentechniek zouden eigendom worden van RG.
Facturen aan de (door RG geworven en bediende) klant werden rechtstreeks door Rational Grootkeukentechniek verstuurd, waarna de betalingen ook rechtstreeks aan Rational Grootkeukentechniek werden verricht. Ongeveer driemaal per jaar werd tussen RG en Rational Grootkeukentechniek afgerekend.
2.5.
Eind 2015 heeft [A] Rational Grootkeukentechniek verkocht. De heer [B] (hierna: [B] ) werd de nieuwe directeur.
2.6.
Per 1 juni 2016 zijn tussen Rational Grootkeukentechniek en RG nieuwe afspraken geformuleerd. [B] heeft deze afspraken in een e-mail van 30 mei 2016 – voor zover thans van belang – als volgt bevestigd:
“We hebben daarbij de volgende afspraken gemaakt:
-
RG bewerkt de komende 5 jaren met Rational de Aziatische markt;
-
Uiterlijk na 36 maanden geeft Rational aan of ze verder wil met RG;
-
Per CS [Combi Steamer, vzr] verkocht in Nederland in de Aziatische markt ontvangt RG een vergoeding van 1.600 euro;
-
Voor de eerste 100 CS in de Aziatische markt tellen ook de CS mee die bij een cafetaria of snackbar wordt verkocht die het eigendom is van een chinees.
-
Rational heeft het recht de samenwerking te beëindigen indien er minder dan 80 CS worden verkocht in de Aziatische markt.
-
Contract gaat in vanaf 1 juni 2016.
(…)”
2.7.
In een e-mail van 6 maart 2017 aan [vennoot 1] heeft [B] aangegeven terug te willen naar de oude regeling. Deze e-mail heeft – voor zover van belang – de volgende inhoud:
“Wat betreft onze bespreking van gisteren. Jullie lopen de lijst na en geven aan welke opdrachten volgens jullie ontbreken. Daarna ronden we 2016 af op basis van de oude afspraak.
2017
Voorstel15% van de order die door RG, HH, SL en […] worden geschreven.
Ik heb hier over nagedacht en wij stellen voor alles bij het oude te laten, de samenwerking voor te zetten zoals het in de tijd van [A] ging.
Dit mede gezien de verhoudingen die er nu zijn.
Dit betekent dat wat ons betreft RG als dealer van Rational de Aziatische markt bewerkt.
We werken dan samen op basis van de volgende afspraak:
Jullie krijgen een korting van 40% op de CS diejullieverkopen. (Maw over verkopen van onze mensen ontvangen jullie geen vergoeding tenzij dit is op basis van een tip zie voorstel hieronder)
Het verschil tussen jullie verkoopprijs en jullie inkoopprijs ontvangen jullie als commissie.
Acties bij de verkoop van een CS in het RBF, stel dat we afspreken dat we twee termijnen weggeven als beursactie, bespreken we samen voor de tijd.
Maw zoals het in het verleden met [A] gebeurde. Daarbij wil ik ter voorkoming van misverstanden en verwachtingen graag deze week de afspraken met jullie bespreken.
Kan telefonisch en daarna stuur ik een mail ter bevestiging.
Naast deze oude regeling / afspraak stel ik nog het volgende voor:
Jullie kunnen tips doorgeven aan onze mensen en deze voor jullie laten werken.
Net als andere dealers ontvangen jullie dan een commissie indien een machine wordt verkocht. (…)”
2.8.
In een e-mail van 27 december 2017 heeft [vennoot 1] aan [B] onder meer het volgende geschreven:
“Vraagje, kun jij regelen dat we nog 50 entree kaarten voor de horecava krijgen?
We willen toch voor minimaal 10 machines gaan.
En voor volgend jaar denk ik dat het net als dit jaar het aantal van 35 wel zullen halen.”
[B] heeft geantwoord op 28 december 2017 per e-mail, waarin hij schrijft:
“Ben zelf onderweg van UK naar NL en morgen ben ik niet op kantoor. Zal dit dinsdag aan [X] vragen of er nog kaarten zijn.
Tevens wil ik graag volgende week een afspraak met jullie maken. Dit kan op dinsdag 2 jan of woensdag 3 januari.”
2.9.
Op 3 januari 2018 heeft [B] aan [vennoot 1] en [vennoot 2] een e-mail gestuurd met voorstellen voor de samenwerking in 2018. In deze e-mail is ook de volgende mededeling gedaan:
“Na onze bespreking vanmorgen en intern beraad willen we het volgende aan jullie voorstellen voor 2018.
Onderstaande voorstel is mede gebaseerd op het feit dat jullie duidelijk hebben aangegeven gewoon te willen kopen met vooruitbetaling. Daarbij komt de korting boven de 50% uit indien een bepaalde omzet wordt behaald.
Combi Steamers
Van 0 tot en met 25 steamers – 45% korting
Vanaf 26 steamers 47% korting
Bij een CS omzet boven de 350.000 euro ontvangt RG een commissie van 7% over de gefactureerde en betaalde combi steamer omzet 2018.
Netto prijsafspraken voor de volgende combi steamers (deze doen niet mee in de commissie staffel)
CM61E 3.850 euro per stuk ex btw. Dit is de CS zonder automatisch schoonmaakprogramma.
CMP61E 4.750 euro per stuk ex btw. Dit is de CS met automatisch schoonmaakprogramma.
Accessoires en toebehoren, -50% op de NL prijslijst
Betalingsconditie: vooruitbetaling
Bij RBF verkoop via RG (daarbij mogen max 2 RBF termijnen worden weggegeven)
Bij de verkoop van een SCC61 Gas in het RBF ontvangt RG een vergoeding van 1.500 euro. Deze vergoeding wordt in twee delen uitbetaald. 1 x 750 euro na ontvangst van de eerste termijn en 1 x 750 euro na ontvangst van de 13-de RBF termijn.
Bij de verkoop van een SCC 101 Gas in het RBF ontvangt RG een vergoeding van 2.000 euro. Deze vergoeding wordt in twee delen uitbetaald. 1 x 1.000 euro na ontvangst van de eerste rbf termijn en 1 x 1.000 euro na ontvangst van de 13-de rbf termijn.
Voor de zekerheid de max twee termijnen die worden weggegeven gaan niet ten laste van de vergoeding van 1.500 euro of 2.000 euro.
VCC
Korting van 35% op de bruto NL prijslijst.
Accessoires & toebehoren, korting van 40% op de NL prijslijst.
Bij een VCC omzet 2018 van boven de 50.000 euro netto ontvangt RG een commissie van 5% over de netto gefactureerde en in 2018 betaalde omzet.
Betalingsconditie, vooruitbetaling
In uitzonderingsgevallen neemt RG contact op met [C] of ondergetekende om te bekijken of er een extra projectkorting mogelijk is.
Horecava 2018
Jullie kunnengeengebruik maken van de Rational Stand tijdens de Horecava 2018.
Wij horen graag uiterlijk morgenochtend of jullie je in het bovenstaande voorstel kunnen vinden zodat we dit in onze systemen voor 2018 kunnen vastleggen en onze mensen kunnen informeren.”
2.10.
Op 4 januari 2018 heeft [vennoot 1] aan [B] een e-mail gestuurd met de volgende inhoud:
“Het besluit gisteren zo vlak voor de horecava om te zeggen dat we opeens niet meer op de stand mogen staan bij Rational na 12 jaar, is niet acceptabel en totaal respectloos naar ons. Wij hebben nog voorgesteld om ons toch te laten staan gisteren en in 2018 tussen de 35 en 50 machines via Almelo te willen doen, om zo de rest schuld die er nog is weg te werken. Jullie ontnemen ons nu dus bewust die mogelijkheid. Wij hebben altijd tussen de 15 en 20 machines tijdens
die dagen verkocht, en vinden het ongepast dat jullie die ineens voor jullie zelf willen gaan proberen binnen te halen, en ons RG Grootkeuken willen benadelen.
In ons laatste gesprek in oktober, heb je nog duidelijk aangegeven dat wij weer op de Horecava zouden staan bij jullie.
Wij zullen natuurlijk wel op de Horecava aanwezig zijn via een andere standhouder, en onze klanten op ALLE mogelijke manieren aan spreken.
Het is natuurlijk duidelijk dat wij de machines die wij die dagen zullen verkopen, niet via Almelo kunnen gaan leveren en laten onderhouden. Dat zou een beloning
zijn voor het proberen RG Grootkeuken, ons dus, kapot te maken. Daar wij niet weten welke kortingen jullie aanhouden, en niet meer geloven dat jullie die dan werkelijk zullen aanhouden na deze gemene streek, dwingen jullie ons dan ook onze eigen prijzen te hanteren zowel koop in 1 keer als in het RBF met 5 jaar all-in garantie en termijn betaling.
Over de rest van je voorstel, en zoals gisteren ook aangeven dat RBF zo'n 80% is van onze verkoop, kan ik alleen concluderen dat deze voor ons zeer nadelig en niet acceptabel is. Wij zouden dan per machine 1500,00 en 1000,00 euro op achteruitgaan.
(…)”
2.11.
Per e-mail van 7 januari 2018 heeft [B] (onder meer) als volgt gereageerd:
“Kunnen jullie ons na de Horecava laten weten hoe jullie de schuld aan Rational gaan betalen.
Daar jullie besluiten een andere koers te varen willen wij dit in de komende maanden afwikkelen.”
2.12.
Op 14 januari 2018 heeft [vennoot 1] aan [B] een e-mail gestuurd met onder meer de volgende inhoud:
“Vind het vreemd dat je stelt dat wij een andere koers willen varen. Degene die dat wil is rational. Wij reageren alleen op wat jullie beslissen.”
2.13.
Op 18 januari 2018 heeft [B] [vennoot 1] de volgende e-mail gestuurd:
“Op de Horecava hebben we vastgesteld dat jij nog steeds visitekaartjes uitdeelt met zeer prominent het Rational-logo er op. Zie bijlage.
Ons Duitse zusterbedrijf Rational AG is houder van diverse internationale merkregistraties, waaronder in Nederland, van de merknaam RATIONAL en het RATIONAL-logo. Mede namens Rational AG verzoeken we je alle uitingen met de merknaam RATIONAL (al dan niet met logo) van jouw drukwerk en van je eventuele website te verwijderen. Door de manier waarop je de merken gebruikt lijkt het namelijk alsof je een officiële relatie hebt met het merk RATIONAL, en we weten allebei dat dit niet meer het geval is.
Graag ontvang ik binnen een week na heden jouw schriftelijke bevestiging dat je deze materialen (op papier en elektronisch) niet meer zult gebruiken. Mocht je dat weigeren dan vrees ik dat we een advocaat in de arm moeten nemen om de RATIONAL-rechten te beschermen.”
2.14.
[vennoot 1] heeft per e-mail van 31 januari 2018 op de mail van [B] gereageerd:
“Wij voeren met toestemming al 12 jaar het logo Rational op onze visite kaartjes.
Daar wij tot nu toe van jullie nog niet gehoord hebben dat wij niet meer dealer zijn of mogen verkopen, komt het verzoek vreemd over. Graag willen we dan ook duidelijkheid van wat jullie willen.”
2.15.
Bij brief van 5 februari 2018 heeft de advocaat van Rational c.s. RG c.s. gesommeerd het gebruik van het hiervoor in 2.2 onder tweede gedachtestreepje opgenomen woord/beeldmerk te staken en gestaakt te houden.

3.Het geschil in conventie

3.1.
Rational c.s. vordert - samengevat - dat de voorzieningenrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
i. RG c.s. zal gebieden om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis iedere directe vorm [1] van inbreuk op het merk RATIONAL te staken en gestaakt te houden, waarbij onder inbreuk mede dient te worden begrepen het (doen) verwerken van de RATIONAL-merken en logo’s op visitekaartjes en/of in papieren of elektronische reclame-uitingen (waaronder de website(s) en Facebookpagina(‘s)) en/of op briefpapier;
RG c.s. zal gebieden om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis iedere misleidende mededeling dat RG een erkende of officiële leverancier of dealer van Rational zou zijn te staken en gestaakt te houden;
RG c.s. zal gebieden om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis, de officiële Rational-productfoto’s te verwijderen en verwijderd te houden van de header van de Facebookpagina van RG c.s. alsmede van de homepage van de website(s) van RG c.s.;
zal bepalen dat RG c.s. een dwangsom van € 10.000,- verbeurt voor iedere dag (daaronder begrepen een deel van een dag) dat zij in strijd handelt met één of meer van de onder i) tot en met iii) gevorderde bevelen;
RG c.s. zal veroordelen in de volledige kosten van het geding ex artikel 1019h Rv [2] , en wat de vordering uit onrechtmatige daad betreft op basis van het liquidatietarief;
de termijn waarbinnen Rational c.s. de eis in de hoofdzaak moeten instellen overeenkomstig artikel 1019i Rv vaststelt op zes maanden na de datum van dit vonnis.
3.2.
Rational c.s. legt aan deze vorderingen ten grondslag dat de Overeenkomst tussen partijen per 4 januari 2018 is beëindigd. RG c.s. maakt inbreuk op de RATIONAL-merken in de zin van artikel 9 lid 2 onder c UMVo [3] respectievelijk artikel 2.20 lid 1 onder c BVIE [4] . RG c.s. heeft immers na 4 januari 2018 ongeoorloofd aangehaakt bij de bekendheid en het onderscheidend vermogen van de RATIONAL-merken, door uitingen te gebruiken met het RATIONAL-logo, onder meer op visitekaartjes, in een advertentie in de United Times van 22 februari 2018, op de website van RG en op haar Facebook-pagina. Daarnaast handelt RG c.s. onrechtmatig jegens Rational en Rational Grootkeukentechniek op grond van artikel 6:194 BW door in strijd met de waarheid te beweren dat RG een ‘erkende’ Rational-leverancier zou zijn en de header van de Facebookpagina prominent te tooien met officiële, van Rational afkomstige, products- en assortimentsfoto’s op een zodanige manier dat RG ook daarmee, zeker in combinatie met de afkorting
RGdie ook kan worden opgevat als
Rational
Grootkeuken, de onjuiste indruk wekt een officiële Rational-dealer te zijn. RG c.s. maakt zich daarmee schuldig aan misleidende reclame.
3.3.
RG c.s. voert gemotiveerd verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.Het geschil in reconventie

4.1.
RG c.s. vordert samengevat - dat de voorzieningenrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. Rational c.s. zal gebieden iedere onrechtmatige of onware uiting over RG jegens derden, met name klanten van RG, zowel in woord als in geschrift, onmiddellijk te staken en gestaakt te houden, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000,- per gebeurtenis voor iedere dag dat het verbod wordt overtreden, vanaf een dag na betekening van dit vonnis;
II. Rational c.s. zal veroordelen om uiterlijk binnen twee dagen na betekening van dit vonnis een brief aan alle door Rational c.s. benaderde horecaondernemers aangetekend te verzenden met een in de eis in reconventie onder II. opgenomen inhoud, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.500,- voor iedere dag dat Rational c.s. deze verplichting niet of niet volledig nakomt;
III. Rational c.s. zal veroordelen in de proceskosten.
4.2.
RG c.s. legt aan deze vorderingen de volgende stellingen ten grondslag. Rational c.s. heeft onrechtmatig jegens RG c.s. gehandeld omdat één of meer Chinese medewerkers van Rational c.s. horecaondernemers heeft benaderd die vallen onder het klantenbestand van RG. Deze medewerkers laten zich negatief uit over RG. Daarnaast heeft een verkoper van Rational c.s. Chinese en (andere) Aziatische klanten van RG bezocht en onjuiste informatie gegeven over beweerdelijk door RG verkeerd geleverde machines. Daarbij heeft deze verkoper de klanten geadviseerd om deze machines in te ruilen voor die van Rational c.s. en laat hij conceptbrieven achter bij deze klanten waarmee zij de overeenkomst met RG kunnen opzeggen.
4.3.
Rational c.s. voert gemotiveerd verweer.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5.De beoordeling

in conventie en in reconventie

Bevoegdheid
5.1.
In conventie is de voorzieningenrechter ten aanzien van de vorderingen gegrond op inbreuk van de internationale merken, mede geldig voor de Europese Unie, internationaal en relatief bevoegd om daarvan kennis te nemen op basis van artikel 123 lid 1 in verbinding met artikel 124 aanhef en onder a en 125 lid 1 UMVo in verbinding met artikel 3 van de Uitvoeringswet EG-verordening inzake het Gemeenschapsmerk, nu RG c.s. in Nederland woont/gevestigd is. Voor zover de vorderingen van Rational c.s. zijn gebaseerd op het doen van een misleidende mededeling, kwalificeert deze grondslag als vordering wegens onrechtmatige daad. De voorzieningenrechter komt hiervoor bevoegdheid toe op grond van artikel 4 lid 1 Brussel I bis-Vo. [5] De voorzieningenrechter van deze rechtbank is relatief bevoegd reeds omdat RG c.s. die bevoegdheid niet heeft betwist.
5.2.
In reconventie is de voorzieningenrechter bevoegd op grond van artikel 8 lid 3 Brussel I bis-Vo.
in conventie
5.3.
De vorderingen van Rational c.s. zijn gebaseerd op de presumptie dat de Overeenkomst van Rational Grootkeukentechniek met RG op 4 januari 2018 door RG is beëindigd. Nu RG dit ter zitting heeft betwist, zal allereerst de vraag beantwoord moeten worden wat de status is van de Overeenkomst.
5.4.
Rational c.s. stelt in dat kader dat RG (bij monde van [vennoot 1] ) per e-mail van 4 januari 2018 (zie onder 2.10) de Overeenkomst heeft opgezegd, met welke opzegging Rational Grootkeukentechniek heeft ingestemd.
5.5.
Ter zitting heeft RG c.s. aangevoerd dat de e-mail van [vennoot 1] van 4 januari 2018 (slechts) een geëmotioneerde reactie is op de e-mail van 3 januari 2018 van [B] (zie 2.9). Naast het steeds eenzijdig wijzigen van gemaakte afspraken in het nadeel van RG c.s. en het rechtstreeks benaderen van klanten van RG door Rational Grootkeukentechniek in strijd met gemaakte afspraken, heeft Rational Grootkeukentechniek op 3 januari 2018 - een paar dagen voor de Horecava die op 8 januari 2018 zou starten - opeens gemeld dat RG c.s. geen gebruik kan maken van de Rational Stand tijdens de Horecava. Dat terwijl RG alle jaren tezamen met Rational Grootkeukentechniek op de Horecava heeft gestaan en daar voor de jaaromzet steeds een belangrijk aantal machines verkocht. RG voelde zich bedonderd en vanuit die emotie is de e‑mail van 4 januari 2018 door [vennoot 1] geschreven. Dat hij niet de intentie heeft gehad om de Overeenkomst op te zeggen, volgt volgens RG c.s. uit de e-mails van 14 januari en 31 januari 2018 van [vennoot 1] (zie onder 2.12 respectievelijk 2.14). Voorts heeft RG c.s. aangevoerd dat van de zijde van Rational Grootkeukentechniek evenmin sprake is van opzegging. Overigens, als Rational Grootkeukentechniek de Overeenkomst had willen opzeggen, dan zou zij een minimale opzegtermijn van zes maanden hebben moeten hanteren, nu de Overeenkomst zoals die is gesloten het beste aansluit bij een agentuurovereenkomst. Ook dat is niet gebeurd.
5.6.
Aangezien Rational c.s. zich op de rechtsgevolgen van de opzegging door RG van de Overeenkomst beroept en RG betwist de Overeenkomst te hebben opgezegd, ligt (in een bodemprocedure) de stelplicht (en bewijslast) met betrekking tot deze opzegging bij Rational c.s.
5.7.
In dat kader wordt voorop gesteld dat de Overeenkomst voorshands kan worden gekwalificeerd als een duurovereenkomst (distributieovereenkomst) voor onbepaalde tijd. Indien niet is voorzien in een regeling van opzegging (zoals in casu), geldt dat een duurovereenkomst die voor onbepaalde tijd is aangegaan in beginsel opzegbaar is. De eisen van redelijkheid en billijkheid kunnen in verband met de aard en inhoud van de overeenkomst en de omstandigheden van het geval meebrengen dat opzegging slechts mogelijk is indien een voldoende zwaarwegende grond voor de opzegging bestaat. Uit diezelfde eisen kan voortvloeien dat een bepaalde opzegtermijn in acht moet worden genomen of dat de opzegging gepaard moet gaan met het aanbod tot betaling van een (schade)vergoeding. [6]
5.8.
Naar voorlopig oordeel is op basis van de door partijen geschetste omstandigheden niet voldoende aannemelijk dat een rechter in een bodemprocedure de vraag of RG de Overeenkomst heeft opgezegd, zonder meer bevestigend zal beantwoorden. Daartoe is het volgende van belang.
5.9.
Met partijen stelt de voorzieningenrechter vast dat vanaf het begin van de Overeenkomst in 2005 tot eind 2015 door Rational Grootkeukentechniek en RG in harmonie op basis van gemaakte afspraken (vergelijk onder 2.4) is gehandeld. De komst van [B] als directeur bij Rational Grootkeukentechniek vanaf eind 2015 luidt een nieuwe fase van de samenwerking in. De voorzieningenrechter volgt RG c.s. in haar betoog dat deze samenwerking gekleurd wordt door wijzigingen in de afspraken ten nadele van RG die steeds eenzijdig vanuit Rational Grootkeukentechniek worden doorgevoerd en waarmee RG schoorvoetend (vanuit een afhankelijke positie) kennelijk akkoord is gegaan. Allereerst gewijzigde afspraken per 1 juni 2016 (zie onder 2.6). Vervolgens de beslissing van Rational Grootkeukentechniek van 6 maart 2017 om met terugwerkende kracht per 1 januari 2017 terug te vallen op de oude regeling zoals met de heer [A] in het verleden was besproken (zie onder 2.7), waarbij evenwel in afwijking van de oude regeling voor RG alsnog nadeliger voorwaarden worden voorgesteld. In de aanloop naar de Horecava - waarbij als niet weersproken vaststaat dat RG vanaf 2005 ieder jaar in de stand van Rational Grootkeukentechniek op de Horecava heeft gestaan en zelf machines van Rational c.s. heeft verkocht - meldt [B] op een vraag van [vennoot 1] met betrekking tot 50 kaarten voor RG voor de Horecava op 28 december 2018 nog “Zal dit dinsdag aan [X] vragen of er nog kaarten zijn.” (zie 2.8). Bij e-mail van 3 januari 2018 - vijf dagen vóór de Horecava - komt [B] met voorstellen voor nieuwe afspraken in 2018 (opnieuw in het nadeel van RG) en meldt hij in die e-mail opeens dat RG geen gebruik kan maken van de Rational Stand tijdens de Horecava 2018 (zie onder 2.9). Gezien het feit dat de Rational-machines die RG tijdens de Horecava jaarlijks vanaf 2005 heeft verkocht een aanzienlijk deel van haar jaaromzet betreffen, kan de voorzieningenrechter de verklaring van RG volgen dat de reactie van [vennoot 1] namens RG op 4 januari 2018 in die (geëmotioneerde) context gelezen moet worden. Gezien de tekst van de e‑mail lijkt het mogelijk op het eerste gezicht alsof RG drastische stappen wil nemen die op parallel import duiden en die een afscheid van Rational Grootkeukentechniek zouden kunnen inluiden. Maar in het licht van de hiervoor geschetste omstandigheden verwoordt [vennoot 1] feitelijk niet meer dan dat hij het onacceptabel acht dat Rational Grootkeukentechniek vlak voor de Horecava RG na 12 jaar uit de Rational Stand weert, waarvoor [vennoot 1] dus op zeer korte termijn een oplossing moet verzinnen
(“de machines die wedie dagenzullen verkopen”, onderstreping vzr), en dat hij de voorstellen voor 2018 onacceptabel acht. Rational Grootkeukentechniek kon naar voorlopig oordeel deze e-mail niet als opzegging van de Overeenkomst opvatten. Voor zover daarover bij Rational Grootkeukentechniek twijfel bestond, moet haar met de e-mails van [vennoot 1] van 14 januari en 31 januari 2018 (zie 2.12 respectievelijk 2.14) duidelijk zijn geworden dat [vennoot 1] zich op het standpunt stelde dat Rational Grootkeukentechniek en niet RG een zodanig andere koers is gaan varen, die een (mogelijk) afscheid betekende, maar niet dat RG het initiatief tot opzegging heeft genomen. Voor zover Rational Grootkeukentechniek de Overeenkomst wilde vervangen door de voorwaarden die zij begin januari 2018 aan RG heeft gepresenteerd (en waarmee zij het mes op de keel van RG c.s. zette), was het aan Rational Grootkeukentechniek om de Overeenkomst op te zeggen met inachtneming van een opzegtermijn (waarop door RG c.s. een beroep is gedaan) teneinde RG c.s. in de gelegenheid te stellen vervangende inkomsten te realiseren). [7]
5.10.
Ten overvloede zij nog opgemerkt dat Rational c.s. haar merkenrechtelijke vordering slechts op de c-grond heeft gestoeld zonder dat zij in de dagvaarding heeft gesteld dat de ingeroepen merkrechten, althans één van die rechten (zij heeft niet aangegeven welke van de drie merken het zou betreffen), bekende merken zijn in de zin van artikel 9 lid 2 aanhef en onder c UMVo resp. artikel 2.20 lid 1 onder c BVIE. Hetgeen daarover eerst ter zitting op vragen van de voorzieningenrechter is betoogd (marktaandeel Duitsland, kookstudio Almere), is tardief omdat RG c.s. zich daartegen niet adequaat heeft kunnen verweren en in dit geding dus niet kan worden aangenomen dat een of meer van de merken bekende merken zijn. Ten slotte wordt herhaald wat de voorzieningenrechter op de zitting al aan Rational c.s. te verstaan heeft gegeven, te weten dat dit geschil een andere achtergrond kent dan een verschil van mening over het gebruik van intellectuele eigendomsrechten, namelijk een verstoorde samenwerking, waar eerst en vooral een oplossing voor moet worden gevonden: de vorderingen op basis van het intellectuele eigendomsrecht zijn er in deze zaak, zoals de advocaat van Rational c.s. ter zitting min of meer ook heeft erkend (en overigens voor hem reden was RG c.s. bij e-mail van 23 februari 2018 te berichten dat Rational c.s. vooralsnog van een procedure zou afzien), met de haren bijgesleept.
5.11.
Het voorgaande betekent dat de vorderingen in conventie voor afwijzing gereed liggen, nu voorshands niet kan worden gezegd dat de bodemrechter zal oordelen dat de Overeenkomst tussen partijen rechtsgeldig is beëindigd zodat RG gerechtigd is zich als distributeur van Rational c.s. te presenteren en de merkrechten van Rational voor de verhandeling van de producten van Rational te gebruiken, zoals dit gedurende de looptijd van de Overeenkomst steeds het geval is geweest.
5.12.
Rational c.s. zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van het geding in conventie. Overeenkomstig het (sinds 1 mei 2018 gewijzigde) liquidatietarief worden de kosten begroot op € 1.271,-, waarvan € 291,- aan griffierecht en € 980,- aan salaris advocaat.
in reconventie
5.13.
Rational c.s. betwist dat haar medewerkers in eventuele contacten met onder andere klanten uit het - volgens Rational c.s. - gezamenlijke klantenbestand van RG en Rational Grootkeukentechniek, RG in een kwaad daglicht zouden stellen. Daarnaast heeft zij verklaard dat degene die conceptbrieven achter zou laten bij Aziatische ondernemers, de heer [D] betreft. Dit is volgens Rational c.s. een adviseur van vele horecaondernemers en een bekend gezicht bij de Vereniging voor Chinese chef-koks. De heer [D] is op geen enkele wijze gelieerd aan Rational c.s. en heeft op eigen initiatief een conceptbrief opgesteld en kennelijk verspreid omdat er naar zijn zeggen veel onduidelijkheid en zelfs onrust heerste onder Aziatische ondernemers over de parallel geïmporteerde en omgebouwde Duitse Rational-machines die door RG worden verkocht.
5.14.
Ten aanzien van het door RG c.s. gestelde (maar door Rational c.s. betwiste) onrechtmatig handelen van Rational c.s., rust (in een bodemprocedure) de stelplicht (en bewijslast) op RG c.s. Indien door medewerkers van Rational c.s. aan Aziatische ondernemers met wie RG een zakelijke relatie onderhoudt, onjuiste uitlatingen over RG zijn gedaan, zou sprake kunnen zijn van onrechtmatig handelen jegens RG. De vraag of door medewerkers van Rational c.s. dergelijke mededelingen zijn gedaan, leent zich echter niet voor beantwoording in een kortgedingprocedure als de onderhavige omdat daarvoor naar voorlopig oordeel bewijslevering nodig is.
5.15.
Nu Rational c.s. betoogt dat een niet aan haar gelieerde derde, de heer [D] , de door RG c.s. gewraakte conceptbrieven aan Aziatische ondernemers doet toekomen, is evenmin voorshands aannemelijk dat Rational c.s. hier de hand in heeft gehad en jegens RG onrechtmatig heeft gehandeld.
5.16.
Dat betekent dat de vorderingen in reconventie voor afwijzing gereed liggen.
5.17.
RG c.s. zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van dit geding in reconventie. Overeenkomstig het (sinds 1 mei 2018 gewijzigde) liquidatietarief worden de kosten begroot (op halve punten-voet) op € 490,- aan salaris advocaat. Deze proceskostenveroordeling zal niet uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard, aangezien Rational c.s. dit niet heeft gevorderd en de voorzieningenrechter geen aanleiding ziet zulks op de voet van artikel 258 Rv ambtshalve te bepalen.

6.De beslissing

De voorzieningenrechter
in conventie
6.1.
wijst de vorderingen af;
6.2.
veroordeelt Rational c.s. in de kosten van het geding in conventie, tot dusverre aan de zijde van RG c.s. begroot op € 1.271,-;
6.3.
verklaart de kostenveroordeling onder 6.2 uitvoerbaar bij voorraad;
in reconventie
6.4.
wijst de vorderingen af;
6.5.
veroordeelt Rational c.s. in de kosten van het geding in reconventie, tot dusverre aan de zijde van RG c.s. begroot op € 490,-.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.Th. van Walderveen en in het openbaar uitgesproken op 17 augustus 2018.

Voetnoten

1.De aanvankelijk ook gevorderde indirecte inbreuk heeft Rational c.s. ter zitting ingetrokken.
2.Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
3.Verordening (EU) nr. 2017/1001 van het Europees parlement en de Raad van 14 juni 2017 inzake het Uniemerk
4.Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen)
5.Verordening (EU) 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken
6.Hoge Raad 28 oktober 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ9854 (Ronde Venen/Stedin)
7.De voorzieningenrechter heeft op dit punt ter zitting ook gesuggereerd dat Rational c.s. de gestelde geldvordering op RG c.s. in het bestek van een minnelijke regeling met de gekapitaliseerde opzegtermijn zou verrekenen.