ECLI:NL:RBDHA:2019:10159
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verlenging ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in een gezinshuis
Op 11 september 2019 heeft de kinderrechter in de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een 12-jarige jongen, hierna aangeduid als [minderjarige], die onder toezicht staat van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering. De kinderrechter heeft de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing in een gezinshuis goedgekeurd. De zaak is ontstaan naar aanleiding van een verzoek van de jeugdbeschermer, die op 16 juli 2019 aan de kinderrechter vroeg om de ondertoezichtstelling van [minderjarige] te verlengen en hem in het gezinshuis te laten blijven wonen. De jongen heeft in zijn leven al veel meegemaakt, waaronder het overlijden van zijn vader en de beperkte betrokkenheid van zijn moeder. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [minderjarige] al meer dan twee jaar onder toezicht staat en dat hij sinds 1 mei 2019 in een gezinshuis woont. De kinderrechter heeft de moeder uitgenodigd om te verschijnen, maar zij was afwezig. Tijdens de zitting heeft [minderjarige] aangegeven dat het goed met hem gaat in het gezinshuis en dat hij daar graag wil blijven wonen. De kinderrechter heeft besloten dat de zaak in Nederland moet worden behandeld, gezien de omstandigheden van [minderjarige]. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot 19 september 2020 en de machtiging tot uithuisplaatsing eveneens verlengd tot dezelfde datum. De beslissing is gebaseerd op de relevante artikelen van het Burgerlijk Wetboek en is mondeling uitgesproken in het openbaar.