ECLI:NL:RBDHA:2019:10208
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 30 augustus 2019 uitspraak gedaan over een verzoek tot machtiging voor de uithuisplaatsing van een minderjarige in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp. Het verzoek was ingediend door de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, naar aanleiding van ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen van de minderjarige, die geboren is in 2004. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige, die feitelijk verblijft in een gesloten accommodatie, grote stappen heeft gemaakt in haar persoonlijke ontwikkeling, maar dat verdere begeleiding noodzakelijk is om een veilige thuisplaatsing bij de vader te realiseren.
De kinderrechter heeft op basis van de stukken en het verhandelde ter zitting geoordeeld dat de opneming en het verblijf in de gesloten accommodatie voor jeugdhulp noodzakelijk zijn. De vader heeft ingestemd met het verzoek, terwijl de moeder niet is verschenen. De kinderrechter heeft de duur van de machtiging vastgesteld op drie maanden, van 1 september 2019 tot 1 december 2019, om het risico op terugval in oud probleemgedrag te beperken. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.