Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.De toepasselijke regelgeving
3.De feiten
4.Het geschil
5.De beoordeling van het geschil
ernstig wangedragin de zin van artikel 3.6 van het Leerlingstatuut en daaraan vervolgens de sanctie van definitieve verwijdering van de school mogen verbinden. Hieraan doet niet af dat de mishandeling buiten school(tijd) plaatsvond. Te minder nu de filmbeelden ervan zijn verspreid onder leerlingen van de school. Het eventuele, niet nader onderbouwde, pestgedrag van het slachtoffer doet - wat daar verder ook van zij - ook niet af aan voormelde conclusie. In het voorkomende geval had [A] de school daarover dienen te informeren, wat hij heeft nagelaten. Het is [A] aan te rekenen dat hij in plaats daarvan zelf op het slachtoffer is afgestapt en geweld tegen hem heeft gebruikt. Voorts kan - in het beperkte bestek van dit kort geding - niet worden aangenomen dat de kwestie betreffende de mishandeling tijdens het gesprek op de school op 28 juni 2019 was opgelost. Lucas bestrijdt dat gemotiveerd; volgens haar is het incident toen enkel besproken, maar zeker niet uitgesproken. Daar komt bij dat [eiseres] die stelling niet (voldoende) nader heeft onderbouwd. De enkele omstandigheid dat [A] na het gesprek en tot de aanvang van de zomervakantie nog welkom was op de school is in ieder geval onvoldoende om er gerechtvaardigd op te mogen vertrouwen dat geen (verdere) sancties zouden volgen, mede nu Lucas daarvoor een plausibele reden heeft aangevoerd.