ECLI:NL:RBDHA:2019:11563

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 oktober 2019
Publicatiedatum
1 november 2019
Zaaknummer
AWB 19/7848
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
  • W.H. Mentink
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toegangsweigering tot Nederland van een Ghanese verzoeker en voorlopige voorziening

Op 15 oktober 2019 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening van een Ghanese verzoeker. De verzoeker had op 14 oktober 2019 administratief beroep ingesteld tegen de weigering van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid om hem toegang tot Nederland te verlenen. De verzoeker arriveerde op dezelfde dag op luchthaven Schiphol, maar werd de toegang geweigerd op basis van de Schengengrenscode, omdat hij niet in het bezit was van de juiste documentatie die het doel en de omstandigheden van zijn verblijf aantoont.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de verzoeker niet voldoende bewijs heeft geleverd van zijn verblijfsomstandigheden en het doel van zijn verblijf. Ondanks dat de verzoeker aangaf dat hij zijn verblijfskosten kon betalen, waren de overgelegde reserveringen niet overtuigend genoeg. Bovendien waren er tegenstrijdigheden in de verklaringen van de verzoeker over het doel van zijn bezoek aan Nederland, wat de voorzieningenrechter als bevreemdend beschouwde.

Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat het administratief beroep geen redelijke kans van slagen had en heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Er is geen proceskostenveroordeling uitgesproken. De uitspraak werd op 15 oktober 2019 telefonisch bekendgemaakt aan de gemachtigden van beide partijen, en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
Zaaknummer: AWB 19/7848
uitspraak van de voorzieningenrechter in vreemdelingenzaken van 15 oktober 2019 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen
[naam] , verzoeker,
gemachtigde: mr. W.R.S. Ramhit,
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,
gemachtigde: mr. R. Jonkman.

Procesverloop

Verzoeker heeft op 14 oktober 2019 administratief beroep ingesteld tegen de toegangsweigering tot Nederland van 14 oktober 2019. Hij heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, die ertoe strekt dat hij niet wordt uitgezet en dat hem alsnog de toegang wordt verleend.
Omdat onverwijlde spoed dat vereist, is een zitting achterwege gebleven.

Overwegingen

1. Verzoeker is geboren op [geboortedatum] en heeft de Ghanese nationaliteit. Op 14 oktober 2019 is hij vanuit Ghana aangekomen op luchthaven Schiphol. Verweerder heeft verzoeker de toegang tot Nederland geweigerd op grond van artikel 14, gelezen in samenhang met artikel 6, van de Schengengrenscode. Voor verzoeker is een vlucht geboekt naar Accra, Ghana die zal vertrekken op 15 oktober 2019 om 15:20 uur.
2. Verweerder heeft zich bij de toegangsweigering op het standpunt gesteld dat verzoeker niet in bezit is van passende documentatie waaruit het doel en de omstandigheden van haar verblijf blijkt.
3. Op wat verzoeker hiertegen heeft ingebracht, wordt hierna ingegaan.
4. De voorzieningenrechter dient te beoordelen of het administratief beroep een redelijke kans van slagen heeft.
5. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft verweerder zich terecht op het standpunt gesteld dat verzoeker het doel van het voorgenomen verblijf en de verblijfsomstandigheden niet heeft aangetoond. Verweerder heeft daarbij terecht gewezen op de geannuleerde reserveringen bij het ‘New Century Hotel’ te Amsterdam, het ‘Ibis Styles Hotel’ te Haarlem en de vervallen reservering bij het ‘Bastion Hotel’ te Haarlem, waardoor verzoeker niet aannemelijk heeft gemaakt waar hij zal verblijven. Dat verzoeker € 400,- heeft kunnen pinnen en stelt dat hij zijn verblijfskosten kan betalen, betekent niet dat hij zijn voorgenomen verblijfsomstandigheden heeft aangetoond. De overgelegde boekingsbevestiging bij ‘VIA Amsterdam’ doet hier niet aan af omdat dit document geen naam of verblijfsdata vermeldt.
6. Verweerder heeft verder mogen tegenwerpen dat verzoeker bevreemdend en tegenstrijdig heeft verklaard over het doel van zijn verblijf. Verzoeker stelt dat hij Amsterdam als toerist wil bezoeken. Zijn vader heeft echter aangegeven dat verzoeker op bezoek wil gaan bij zijn oom en neefje in Duitsland. Verder heeft verweerder het bevreemdend mogen achten dat verzoeker een tiental Duitse telefoonnummers in zijn telefoon heeft staan, maar dat hij niet kan verklaren van wie deze telefoonnummers zijn. Dat eiser een zakenman is, doet niet aan het oordeel van de voorzieningenrechter af.
7. Gelet op het voorgaande heeft het administratief beroep tegen de toegangsweigering geen redelijke kans van slagen. Het verzoek wordt daarom afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. W.H. Mentink, griffier. De griffier heeft de beslissing op 15 oktober 2019 om 14:31 uur telefonisch bekend gemaakt aan de gemachtigde van verweerder en om 14:34 uur aan de gemachtigde van verzoeker.
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.