Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De kantonrechter:
- vernietigt de beslissing waarvan beroep;
- verklaart het beroep voor het overige ongegrond.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak gaat het om een administratieve sanctie die aan betrokkene is opgelegd wegens het negeren van een verkeersbord E4 in Gouda op 15 november 2017. Betrokkene, die de kentekenhouder van het voertuig was, heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie die het beroep ongegrond verklaarde. De kantonrechter heeft de zaak behandeld op 9 augustus 2019, waarbij de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig was, maar betrokkene en zijn gemachtigde niet. De kantonrechter overweegt dat de sanctie van € 99,00, inclusief administratiekosten, is opgelegd zonder dat er een geldig verkeersbesluit was, aangezien een verkeersbesluit geen wet in formele zin is. Echter, de kantonrechter stelt vast dat de plicht om zich aan het verkeersbord te houden niet afhankelijk is van de geldigheid van het verkeersbesluit. De kantonrechter concludeert dat de gedraging waarvoor de sanctie is opgelegd daadwerkelijk heeft plaatsgevonden en dat er een wettelijke basis is voor de sanctie, namelijk de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De kantonrechter oordeelt dat de betrokkene onvoldoende feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die de onbillijkheid van de sanctie zouden kunnen onderbouwen. De beslissing van de officier van justitie wordt vernietigd, maar het beroep van betrokkene wordt voor het overige ongegrond verklaard. De kantonrechter wijst erop dat er geen aanleiding is voor een proceskostenvergoeding, aangezien de inleidende beschikking niet is vernietigd.