ECLI:NL:RBDHA:2019:12586
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen; geschil over beginselen van behoorlijk bestuur en correcties voor inkoopfacturen en transportkosten
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 27 november 2019 uitspraak gedaan over navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen die aan eiser zijn opgelegd voor de jaren 2010, 2011 en 2012. Eiser, die tot 31 december 2012 een eenmanszaak dreef, heeft bezwaar gemaakt tegen de navorderingsaanslagen, die zijn gebaseerd op een controlerapport waarin correcties zijn aangebracht voor dubbel geboekte inkoopfacturen en transportkosten. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder de correcties terecht heeft aangebracht en dat er geen sprake is van schending van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Eiser heeft onvoldoende bewijs geleverd om de correcties te betwijfelen.
De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat verweerder tijdens de controle voldoende gelegenheid heeft geboden aan eiser om zijn standpunten toe te lichten. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de navorderingsaanslagen zijn gebaseerd op de wet en dat er geen sprake is van discretionaire bevoegdheid van verweerder. De rechtbank heeft de beroepen van eiser ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Den Haag.