Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 juli 2019 in de zaak tussen
[eiser 1] en [eiser 2] , eisers, V-nummer [V-nummer] en [V-nummer]
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
18 december 2017 in zijn geheel niet is ingegaan en er namens verweerder niemand ter zitting was om een toelichting te geven. Bovendien hebben eisers geen mogelijkheid gehad op de (nieuwe oude) afwijzingsgrond te reageren. Zo is ter zitting aanvullend op het bezwaar van 18 december 2017 nog gewezen op het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie (het Hof) van 29 maart 2019 in de zaak C-635/17 ter onderbouwing van het standpunt dat sprake is van bewijsnood en is gesteld dat verweerder gelet op de hiervoor genoemde omstandigheden niet van het horen van eisers en referente had mogen afzien. Voorts hebben eisers gelet op het late moment van overleggen van de verklaring van onderzoek van Bureau Documenten geen gelegenheid gehad hierop te reageren.
18 december 2017 en hetgeen ter zitting namens eisers naar voren is gebracht te betrekken.