ECLI:NL:RBDHA:2019:1302

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 februari 2019
Publicatiedatum
14 februari 2019
Zaaknummer
C/09/19/35 R
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • H.W. Vogels
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toepassing van de schuldsaneringsregeling voor natuurlijke personen met vervallen arbeidsplicht

Op 14 februari 2019 heeft de Rechtbank Den Haag een vonnis uitgesproken in een zaak betreffende de toepassing van de schuldsaneringsregeling voor natuurlijke personen. De verzoeker, die in Nederland woont, heeft een verzoekschrift ingediend tot toepassing van deze regeling. Tijdens de zitting op 31 januari 2019 is de verzoeker gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeker in een toestand verkeert waarin hij heeft opgehouden te betalen en dat hij redelijkerwijs niet in staat zal zijn om zijn schulden te voldoen. De verzoeker heeft aangegeven dat hij niet meer kan werken en geestelijk uitgeput is, maar er zijn geen medische stukken overgelegd die deze stelling onderbouwen.

De rechtbank heeft geoordeeld dat de verzoeker per 1 juli 2019 niet meer arbeidsplichtig is, omdat hij dan de pensioengerechtigde leeftijd bereikt. Daarom is de rechtbank van mening dat de verzoeker kan worden toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling voor natuurlijke personen, met ingang van deze datum. De verplichtingen die aan deze regeling zijn verbonden, gaan ook in per 1 juli 2019. De rechtbank heeft de procedure als hoofdinsolventieprocedure aangemerkt, zoals bedoeld in de Europese verordening.

In de beslissing is onder andere benoemd dat mr. H.W. Vogels als rechter-commissaris zal optreden en dat alle reeds gelegde beslagen per 1 juli 2019 komen te vervallen. Tevens is er een voorschot op het salaris van de bewindvoerder toegekend en is er last gegeven aan de bewindvoerder om gedurende 13 maanden brieven en telegrammen te openen die aan de schuldenaar zijn gericht. Het vonnis is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier A.J. Derks.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team insolventies – enkelvoudige kamer
insolventienummer: C/09/19/35 R

Vonnis van 14 februari 2019

[verzoeker],
wonende te [adres]
[postcode en woonplaats],
verzoeker,
heeft een verzoekschrift met bijlagen ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling.
Het verzoekschrift voldoet aan de daaraan gestelde eisen.
De verzoeker is gehoord ter terechtzitting van 31 januari 2019.

De beoordeling

De rechtbank is, gelet op het bepaalde in artikel 3, eerste lid, Verordening 2015/848 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie (herschikking IVO), bevoegd deze insolventieprocedure als hoofdprocedure te openen nu het centrum van voornaamste belangen van verzoeker in Nederland ligt.
Gebleken is dat verzoeker in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, dan wel dat redelijkerwijs is te voorzien dat hij niet zal kunnen voortgaan met betaling van zijn schulden.
Verzoeker heeft op zitting aangegeven dat hij niet meer in staat is om te werken en dat hij geestelijk ‘op’ is. De rechtbank is echter niet bekend met medische stukken waaruit blijkt dat verzoeker niet kan werken. Aangezien de arbeidsplicht van verzoeker komt te vervallen per 1 juli 2019 vanwege het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, zal de rechtbank verzoeker toelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling natuurlijke personen per 1 juli 2019. De verplichtingen die aan deze regeling verbonden zijn gaan tevens in per 1 juli 2019.

De beslissing

De rechtbank:
- spreekt
met ingang van 1 juli 2019de toepassing van de schuldsaneringsregeling uit ten aanzien van:
[verzoeker]
geboren op [geboortedatum] 1953 te [geboorteplaats],
wonende te [adres, postcode en woonplaats]
;
- verstaat dat deze insolventieprocedure een hoofdinsolventieprocedure is als bedoeld in artikel 3, eerste lid, Verordening 2015/848 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie (herschikking IVO);
- benoemt tot rechter-commissaris mr. H.W. Vogels,
en tot bewindvoerder N. Pavljasevic (Van der Linden C.S.),
correspondentieadres:
Postbus 187
3330 AD Zwijndrecht;
- stelt vast dat alle reeds gelegde beslagen komen te vervallen per 1 juli 2019;
- kent aan de bewindvoerder voor de duur van de schuldsaneringsregeling een voorschot toe op het salaris ter hoogte van het bedrag als bedoeld in artikel 320,
lid 6 van de Faillissementswet en vastgesteld bij algemene maatregel van bestuur;
- geeft per 1 juli 2019 last aan de bewindvoerder tot het openen van aan de schuldenaar gerichte brieven en telegrammen gedurende een termijn van 13 maanden.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.W. Vogels, rechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 14 februari 2019 in tegenwoordigheid van A.J. Derks, griffier.
De behandelend juridisch medewerker is mr. F.M. Verburg.