ECLI:NL:RBDHA:2019:13440

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 december 2019
Publicatiedatum
16 december 2019
Zaaknummer
NL19.26994 en NL19.26996
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 6 december 2019 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van asielaanvragen. Verzoekers, waaronder een moeder en haar minderjarige kinderen, hadden beroep ingesteld tegen besluiten van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet-ontvankelijk had verklaard. De verzoekers hebben de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, omdat zij in afwachting waren van de uitkomst van hun beroep.

De zitting vond plaats op 26 november 2019, waar verzoekster aanwezig was met haar gemachtigde, mr. A.S.R. Mangroelal. Verzoeker was niet persoonlijk aanwezig, maar werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. M. Berg. Tijdens de zitting was ook een tolk, R. el Haddar, aanwezig. De rechtbank heeft op dezelfde dag uitspraak gedaan in de aanverwante zaken NL19.26993 en NL19.26995, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening kwam te vervallen.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummers: NL19.26994 en NL19.26996

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoekster] , verzoekster, V-nummer: [V-nummer]

[verzoeker], verzoeker, V-nummer [V-nummer]
mede namens verzoeksters minderjarige kinderen:
[A]geboren op [geboortedatum] 2006
[B], geboren op [geboortedatum] 2007
[C], geboren op [geboortedatum] 2011
[D], geboren op [geboortedatum] 2016
(gemachtigde: mr. M. Berg),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. A.S.R. Mangroelal).

ProcesverloopBij besluiten van 8 november 2019 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de aanvragen van verzoekers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijdin de algemene procedure niet-ontvankelijk verklaard.

Verzoekers hebben tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van de zaken NL19.26993 en NL19.26995, plaatsgevonden op 26 november 2019. Verzoekster is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Verzoeker is niet verschenen en heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen R. el Haddar. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag, zaaknummers NL19.26993 en NL19.26995, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.L.E. Bakels, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A.E. Maas, griffier.
Deze uitspraak is in het openbaar gedaan en bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.