ECLI:NL:RBDHA:2019:13480
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- G.P. Kleijn
- I.N. Powell
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak na beslissing op beroep
Op 16 december 2019 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak NL19.28605, waarin verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. W. Vrooman, een verzoek om voorlopige voorziening heeft ingediend tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Dit verzoek volgde op een besluit van 18 november 2019, waarin de aanvraag van verzoeker voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet-ontvankelijk werd verklaard. Verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
Tijdens de zitting op 10 december 2019, waar verzoeker werd bijgestaan door mr. B. de Haan als waarnemer en tolk Y. Attayee aanwezig was, heeft de rechtbank het verzoek behandeld. De voorzieningenrechter heeft in overweging genomen dat er op dezelfde dag ook uitspraak is gedaan in de aanverwante zaak NL19.28604, waarin het beroep van verzoeker is behandeld. Gezien deze uitspraak is de voorzieningenrechter van oordeel dat een voorlopige voorziening niet meer nodig is.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. Deze beslissing is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.