Op 13 december 2019 heeft de Rechtbank Den Haag in een kort geding uitspraak gedaan in de zaak tussen Hypertherm, Inc. en EU Trade Fair B.V. Hypertherm, een rechtspersoon uit de Verenigde Staten, vorderde inbreuk op haar Uniemerk door EU Trade Fair, die niet op de zitting verscheen. De rechtbank oordeelde dat zij bevoegd was om kennis te nemen van de zaak, aangezien gedaagde in Nederland gevestigd is. De voorzieningenrechter verleende verstek tegen EU Trade Fair en beoordeelde de vorderingen van Hypertherm. De rechtbank concludeerde dat de vorderingen grotendeels gegrond waren, maar wees enkele onderdelen af, zoals de opgave van prijzen van producten, omdat deze niet noodzakelijk waren voor het beëindigen van de inbreuk. De voorzieningenrechter legde EU Trade Fair verschillende verplichtingen op, waaronder het staken van de inbreuk op het Uniemerk en het verstrekken van informatie over de Inbreukmakende Producten. Tevens werd een dwangsom opgelegd voor het niet naleven van de bevelen. De proceskosten werden vastgesteld op € 1.358,30, te vermeerderen met wettelijke rente. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de termijn voor het instellen van een eis in de hoofdzaak werd bepaald op zes maanden na de datum van het vonnis.