ECLI:NL:RBDHA:2019:13837

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 december 2019
Publicatiedatum
20 december 2019
Zaaknummer
C/09/581108 / KG ZA 19-970
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • J.Th. van Walderveen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Inbreuk op Uniemerk door EU Trade Fair B.V. en voorzieningenrechterlijke maatregelen

Op 13 december 2019 heeft de Rechtbank Den Haag in een kort geding uitspraak gedaan in de zaak tussen Hypertherm, Inc. en EU Trade Fair B.V. Hypertherm, een rechtspersoon uit de Verenigde Staten, vorderde inbreuk op haar Uniemerk door EU Trade Fair, die niet op de zitting verscheen. De rechtbank oordeelde dat zij bevoegd was om kennis te nemen van de zaak, aangezien gedaagde in Nederland gevestigd is. De voorzieningenrechter verleende verstek tegen EU Trade Fair en beoordeelde de vorderingen van Hypertherm. De rechtbank concludeerde dat de vorderingen grotendeels gegrond waren, maar wees enkele onderdelen af, zoals de opgave van prijzen van producten, omdat deze niet noodzakelijk waren voor het beëindigen van de inbreuk. De voorzieningenrechter legde EU Trade Fair verschillende verplichtingen op, waaronder het staken van de inbreuk op het Uniemerk en het verstrekken van informatie over de Inbreukmakende Producten. Tevens werd een dwangsom opgelegd voor het niet naleven van de bevelen. De proceskosten werden vastgesteld op € 1.358,30, te vermeerderen met wettelijke rente. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de termijn voor het instellen van een eis in de hoofdzaak werd bepaald op zes maanden na de datum van het vonnis.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/09/581108 / KG ZA 19-970
Vonnis in kort geding van 13 december 2019
in de zaak van
de rechtspersoon naar vreemd recht
HYPERTHERM, INC.,
te Hanover, New Hampshire, Verenigde Staten van Amerika,
eiseres,
advocaat mr. R. Brekhoff te Den Haag,
tegen
EU TRADE FAIR B.V.,
te Zoetermeer,
gedaagde,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 8 oktober 2019 met bijbehorende producties EP1 t/m EP11;
  • het emailbericht van eiseres van 27 november 2019, met productie EP 12;
  • de mondelinge behandeling van 29 november 2019.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Voor de feiten en het gevorderde wordt verwezen naar het gestelde in de aangehechte kopie van de dagvaarding. Gedaagde is niet op de in de dagvaarding genoemde datum verschenen. De voorgeschreven termijnen en formaliteiten zijn in acht genomen, zodat de voorzieningenrechter tegen gedaagde verstek heeft verleend.
2.2.
De vorderingen zijn gegrond op gestelde inbreuk op het in de dagvaarding onder 2. bedoelde Uniemerk van eiseres (hierna: het Uniemerk). Deze rechtbank is internationaal (en relatief) bevoegd om daarvan kennis te nemen omdat gedaagde gevestigd is in Nederland (artikel 123 lid 1, artikel 124 onder a en 125 lid 1 van de UMVo [1] in verbinding met artikel 3 van de Uitvoeringswet EG-verordening inzake het Gemeenschapsmerk). Deze bevoegdheid strekt zich uit tot het grondgebied van de gehele Europese Unie.
2.3.
Het gevorderde komt de voorzieningenrechter in hoofdzaak niet onrechtmatig of ongegrond voor, zodat de vorderingen grotendeels worden toegewezen als na te melden en met inachtneming van het volgende.
2.4.
De onder II sub a) gevorderde opgave van prijzen van aan gedaagde geleverde dan wel door gedaagde vervaardigde producten zoals genoemd in de dagvaarding (hierna: de Inbreukmakende Producten) wordt bij gebrek aan spoedeisend belang afgewezen. Dit deel van de vordering strekt immers niet tot het beëindigen of voorkomen van verdere inbreuken, maar ter vaststelling van eventueel geleden schade. Eiseres heeft niet onderbouwd waarom van haar niet gevergd kan worden dat zij met betrekking tot dit deel van de vordering de uitkomst van de bodemprocedure afwacht. De onder II sub c) gevorderde opgave wordt, voor zover het de prijzen betreft, om dezelfde reden afgewezen.
2.5.
De onder II sub b) gevorderde n.a.w. gegevens van personen en/of bedrijven achter de website powermaxcombo.com en het onder VI (voorwaardelijk) gevorderde bevel om medewerking te verlenen aan overdracht van de domeinnaam
www.powermaxcombo.comaan eiseres wordt afgewezen, nu gesteld noch gebleken is dat gedaagde houdster is van dan wel rechthebbende is op deze domeinnaam.
2.6.
Oplegging van de gevorderde dwangsom als stimulans tot nakoming is aangewezen. Deze dwangsom zal evenwel worden gemaximeerd als na te melden.
2.7.
De termijn voor het instellen van een eis in de hoofdzaak als bedoeld in artikel 1019i Rv [2] zal als gevorderd worden bepaald op zes maanden na de datum van dit vonnis.
2.8.
Gedaagde zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De proceskosten worden in een verstekprocedure gelet op de eisen van een goede procesorde slechts overeenkomstig het bepaalde in artikel 1019h Rv begroot, indien zij bij dagvaarding reeds zijn opgegeven en gespecificeerd dan wel, indien zij pas na dagvaarding worden opgegeven en gespecificeerd, aan de niet-verschenen gedaagde(n) kenbaar zijn gemaakt, bijvoorbeeld door aangetekende verzending per post of afzonderlijke betekening. Eiseres heeft de proceskosten in de dagvaarding opgegeven tot een bedrag van € 4.840,- maar deze kosten niet gespecificeerd. Gesteld noch gebleken is dat een opgave en specificatie van de aanvullende proceskosten aan gedaagde is kenbaar gemaakt. Gelet op dit een en ander zullen de kosten overeenkomstig het reguliere liquidatietarief worden vastgesteld. De kosten aan de zijde van eiseres zullen worden begroot op een totaalbedrag van € 1.358,30 (te weten: € 639,- aan griffierecht, € 86,30 aan explootkosten en € 633,- aan salaris advocaat), welk totaalbedrag zal worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na de datum van betekening van dit vonnis.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter
3.1.
beveelt gedaagde om met onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis binnen de Europese Unie iedere inbreuk op het Uniemerk te staken en gestaakt te houden, daaronder begrepen het aanbieden en/of verhandelen van plasmasnijders met het teken POWERMAX of POWERMAXCOMBO;
3.2.
beveelt gedaagde om binnen vier weken na betekening van dit vonnis aan de advocaat van eiseres schriftelijk en vergezeld van alle relevante documentatie waaronder in ieder geval de hieronder genoemde bewijsstukken, de navolgende informatie te verstrekken:
de aan gedaagde geleverde dan wel door gedaagde vervaardigde aantallen Inbreukmakende Producten en de leverdata daarvan, onder overlegging van kopieën van de daarop betrekking hebbende facturen;
de leverancier(s), maker(s), producent(en) en distributeur(s) van wie de Inbreukmakende Producten door gedaagde verkregen zijn onder mededeling van adres(sen), telefoon- en telefaxnummer(s) en e-mailadressen;
de verkochte aantallen van de Inbreukmakende Producten, voorzien van duidelijke en gedetailleerde schriftelijke bewijsstukken;
e volledige n.a.w.-gegevens van alle professionele afnemers binnen de Europese Unie waaraan gedaagde de Inbreukmakende Producten heeft aangeboden, verkocht en/of geleverd, met per afnemer een specificatie van de offerte en/of verkoopovereenkomst, alsmede de data van offerte en levering;
het totaal aantal Inbreukmakende Producten dat gedaagde op de dag van betekening van dit vonnis zelf of door middel van derden, in voorraad heeft, onder vermelding van de locatie waar de Inbreukmakende Producten zich bevinden;
3.3.
beveelt gedaagde om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis al haar afnemers aan te schrijven, met een afschrift van deze brief aan de advocaat van eiseres, met de volgende tekst:
Geachte [naam],
De Voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag heeft bij vonnis van 13 december 2019 geoordeeld dat EU Trade Fair B.V., tevens handelend onder de naam Gereedschappunt.nl, door het aanbieden en verhandelen van producten met het teken POWERMAX althans POWERMAXCOMBO inbreuk maakt op een merkrecht van Hypertherm Inc. Wij verzoeken u om binnen zeven dagen na dagtekening van deze brief alle POWERMAX(COMBO) producten die u bezit aan ons te retourneren. De aankoopprijs en de verzendkosten zal EU Trade Fair B.V. vergoeden.
Alvast hartelijk dank voor uw medewerking
Met vriendelijke groet,
EU Trade Fair B.V.
3.4.
beveelt gedaagde om binnen drie werkdagen na betekening van dit vonnis op haar website www.gereedschappunt.nl, gedurende vier weken onafgebroken de volgende tekst te plaatsen, volledig zichtbaar bij opening van de website, in een goed leesbaar zwart lettertype met lettergrootte 12, op een neutrale, contrasterende achtergrond, niet voorzien van enige aanvulling, wijziging of commentaar:
RECTIFICATIE
Beste bezoeker,
Wij vragen uw aandacht voor het volgende.
De Voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag heeft bij vonnis van 13 december 2019 geoordeeld dat EU Trade Fair B.V., tevens handelend onder de naam Gereedschappunt.nl, plasmasnijders heeft aangeboden en verkocht onder het teken POWERMAX althans POWERMAXCOMBO die inbreuk maken op een merkrecht van Hypertherm Inc.
Indien u bij ons POWERMAX(COMBO) producten heeft aangeschaft verzoeken wij u om deze aan ons te retourneren. De aankoopprijs en de verzendkosten zal EU Trade Fair B.V. vergoeden.
Hoogachtend,
EU Trade Fair B.V.
3.5.
beveelt gedaagde om binnen vier weken na betekening van dit vonnis de totale hoeveelheid nog in voorraad zijnde Inbreukmakende Producten inclusief de Inbreukmakende Producten die alsdan zijn teruggestuurd als gevolg van de onder 3.3 en 3.4 bevolen
recallen rectificatie, op kosten van gedaagde in eigendom over te dragen aan eiseres, althans aan eiseres af te geven ter vernietiging;
3.6.
veroordeelt gedaagde tot betaling van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 10.000,- voor elke dag of elk gedeelte van een dag dat gedaagde niet voldoet aan de bevelen onder 3.1 tot en met 3.5, met een maximum aan te verbeuren dwangsommen van € 250.000,-;
3.7.
veroordeelt gedaagde in de kosten van dit geding, tot op heden aan de zijde van eiseres begroot op € 1.358,30 te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW [3] vanaf 14 dagen na de datum van betekening van dit vonnis tot de dag van voldoening;
3.8.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.9.
bepaalt de termijn als bedoeld in artikel 1019i Rv op zes maanden na heden;
3.10.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.Th. van Walderveen en in het openbaar uitgesproken op 13 december 2019.

Voetnoten

1.Verordening (EU) 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 inzake het Uniemerk
2.Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
3.Burgerlijk Wetboek