ECLI:NL:RBDHA:2019:14045
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bpm-zaak betreffende naheffingsaanslag op basis van kampeerauto versus gesloten bestelauto
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag, is een beroep ingesteld tegen een naheffingsaanslag Belasting van personenauto’s en motorrijwielen (Bpm) die aan eiser was opgelegd. De rechtbank heeft op 5 december 2019 uitspraak gedaan in deze zaak, die betrekking heeft op de classificatie van een voertuig. Eiser had aangifte Bpm gedaan op basis van een koerslijst voor een gesloten bestelauto, terwijl het voertuig in kwestie een kampeerauto betreft. De inspecteur van de Belastingdienst, verweerder, heeft de naheffingsaanslag opgelegd op basis van de waardedaling van een kampeerauto, wat volgens de rechtbank terecht was. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om prejudiciële vragen te stellen aan het Hof van Justitie, ondanks het verzoek van eiser. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, waarbij zij heeft overwogen dat de waardedaling van een kampeerauto niet gelijk is aan die van een gesloten bestelauto. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Den Haag.