ECLI:NL:RBDHA:2019:1417
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Algerijnse eiser op grond van veilig land van herkomst
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 3 januari 2019 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, afkomstig uit Algerije, zijn asielaanvraag had ingediend. De rechtbank heeft het beroep van de eiser ongegrond verklaard. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had de asielaanvraag van de eiser afgewezen op 7 november 2018, met de motivering dat de aanvraag kennelijk ongegrond was. De rechtbank oordeelde dat de eiser niet voldoende had aangetoond dat Algerije, zijn land van herkomst, niet als veilig kon worden beschouwd. De rechtbank baseerde haar oordeel op de herbeoordeling van Algerije als veilig land van herkomst door de staatssecretaris, die op 11 juni 2018 had plaatsgevonden. De rechtbank stelde vast dat de staatssecretaris zich terecht op het standpunt had gesteld dat Algerije in het algemeen als veilig land van herkomst kan worden aangemerkt, en dat de specifieke omstandigheden van de eiser niet voldoende waren om van dit uitgangspunt af te wijken.
De eiser had in beroep aangevoerd dat Algerije niet veilig was, maar de rechtbank oordeelde dat de door de eiser aangevoerde rapporten en argumenten niet overtuigend waren. De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris de asielaanvraag van de eiser terecht als kennelijk ongegrond had afgewezen, wat ook de basis vormde voor het onthouden van een vertrektermijn en het opleggen van een inreisverbod. De uitspraak werd mondeling gedaan, en de rechtbank gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen een week na bekendmaking.