Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , alias [eiser] , eiser,
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Bij besluit van 17 september 2019 (het bestreden besluit) heeft verweerder de opvolgende aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure niet-ontvankelijk verklaard op grond van artikel 30a, eerste lid, aanhef en onder d, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000).
Overwegingen
.Dit zou naar het oordeel van de rechtbank anders zijn, als eiser aannemelijk kan maken dat de Jemenitische autoriteiten op basis van onder meer biometrische gegevens hebben vastgesteld dat eiser degene is die in het paspoort is genoemd, met andere woorden, als eiser aannemelijk kan maken dat zijn biometrische gegevens overeenkomen met die van de persoon ten behoeve van wie de Jemenitische autoriteiten het eerste door eiser overgelegde paspoort hebben afgegeven. In dat geval zou naar het oordeel van de rechtbank sprake zijn van een nieuw elementen of bevindingen die relevant kunnen zijn voor de beoordeling van de aanvraag.