Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiseres] ,
de minister van Buitenlandse Zaken, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
3.1 Eiseres heeft op 19 september 2018 een visum kort verblijf aangevraagd om haar echtgenoot (referent) in Nederland te bezoeken. Zij heeft bij deze aanvraag de volgende documenten overgelegd: een garantstelling van referent, identiteitsbewijs van referent, uitkeringsspecificaties van de maanden april, mei en juni 2018 van referent van zijn uitkering die hij op grond van de Participatiewet ontvangt, bankafschriften van eiseres, reisverzekering van eiseres, huwelijksakte van eiseres en referent en een kopie van het identiteitsbewijs van eiseres.
Ten aanzien van de sociale binding overweegt verweerder het volgende. Eiseres is getrouwd met referent en heeft twee kinderen. Nu eiseres voornemens is om samen met de kinderen naar Nederland te reizen, bestaat er geen sociale binding met Marokko, in die zin dat zij geen achterblijvend gezin in Marokko heeft waarvoor zij de verantwoordelijkheid draagt. Ook kan niet worden aangenomen dat sprake is van een zodanig sterke sociale binding met Marokko vanwege haar ouders, twee broers en zus, die aldaar verblijven. Niet is gebleken dat eiseres de zorg draagt over directe familieleden of in staat is om hen te onderhouden. Ook is er geen sprake van een zwaarwegende maatschappelijke verplichting die eiseres zou dwingen tijdig terug te keren naar Marokko.
Ten aanzien van de economische binding overweegt verweerder het volgende. Niet is gebleken dan wel aannemelijk gemaakt dat eiseres over een regelmatig en substantieel inkomen beschikt om in haar eigen onderhoud te kunnen voorzien. Zij heeft aangegeven geen werk of beroep te hebben. Ten aanzien van de (omgerekende) € 2.497,- op de bankrekening van eiseres, merkt verweerder het volgende op. De stortingen op de bankrekening zijn niet te herleiden tot inkomsten die uit werk zijn gegenereerd. De eenmalige hoge storting van (omgerekend) € 922,- staat niet in verhouding tot het gestelde inkomen en de eerdere saldo-ontwikkeling. Daarnaast is onduidelijk wat de herkomst van deze storting is en is niet aangetoond dat eiseres vrijelijk over dit bedrag kan beschikken. De stelling van eiseres dat deze storting van haar ouders afkomstig is en is bedoeld om de kosten tijdens haar verblijf in Nederland te dekken, is onvoldoende om aan het bovenstaande voorbij te gaan.
Voorts merkt verweerder op dat de sociale en economische binding van eiseres met Nederland zelfs groter is dan met Marokko, nu zij is getrouwd met referent en voornemens is met hun kinderen naar Nederland te reizen. De stellingen van eiseres en referent dat eiseres geen enkele intentie heeft om zich in Nederland te vestigen, doen hier niet aan af, nu deze stellingen niet zijn onderbouwd met concrete en objectieve argumenten.
Voor zover eiseres een aanvraag op grond van het Chavez Vilchez-arrest beoogt in te dienen, overweegt verweerder het volgende. Niet is gebleken dat wordt voldaan aan het vereiste dat eiseres een minderjarig kind heeft met de Nederlandse nationaliteit, nu eiseres in de aanvraag- en bestuurlijke fase geen enkel document aangaande de gestelde kinderen heeft overgelegd. Voorts acht verweerder het opmerkelijk dat eiseres bij de visumaanvraag geen melding van de kinderen heeft gemaakt, zij vervolgens op de Vragenlijst Visumaanvraag aangeeft dat zij twee kinderen met de Nederlandse nationaliteit heeft, maar het onduidelijk is of zij meegaan naar Nederland, en daarna in bezwaar is gesteld dat de kinderen zijn geboren uit het huwelijk met referent en zij zeker meegaan naar Nederland. Voorts heeft verweerder zich ter zitting op het standpunt gesteld dat niet is aangetoond dat eiseres daadwerkelijk zorgtaken ten aanzien van haar kinderen verricht.