In deze civiele zaak, uitgesproken door de Rechtbank Den Haag op 31 juli 2019, staat de aansprakelijkheid van de VOF [de V.O.F.] centraal voor schade aan een drinkwatertransportleiding, eigendom van Evides N.V. Evides, een drinkwaterbedrijf dat actief is in Zuid-Holland en Zeeland, vordert een hoofdelijke veroordeling van de gedaagden tot betaling van € 26.673,03, als gevolg van schade die is ontstaan tijdens mechanische werkzaamheden uitgevoerd door [de V.O.F.] op 6 februari 2017. De werkzaamheden leidden tot schade aan de transportleiding, die was gemarkeerd met een zinkerbord en op tekeningen was aangegeven.
De rechtbank oordeelt dat er een conditio sine qua non verband bestaat tussen de handelingen van [de V.O.F.] en de schade aan de transportleiding. De rechtbank stelt vast dat [de V.O.F.] voldoende op de hoogte was van de locatie van de transportleiding en dat de werkzaamheden met de nodige zorgvuldigheid uitgevoerd hadden moeten worden. De rechtbank concludeert dat [de V.O.F.] onrechtmatig heeft gehandeld door onvoldoende voorzorgsmaatregelen te nemen, wat heeft geleid tot de schade aan de transportleiding.
De zaak is aangehouden voor een comparitie van partijen om de omvang van de schade te bespreken. De rechtbank heeft partijen opgedragen om goed vertegenwoordigd te verschijnen en alle relevante stukken tijdig aan te leveren. De beslissing over de verdere procedure is aangehouden, waarbij de rechtbank de zaak naar de rol van 28 augustus 2019 verwijst voor opgave van verhinderdata.