ECLI:NL:RBDHA:2019:15153
Rechtbank Den Haag
- Bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen opgelegde boete voor het niet gebruiken van het voetpad door een journalist
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 24 mei 2019 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie die aan betrokkene was opgelegd. Betrokkene, een journalist, kreeg een boete van € 49,00 omdat hij op 30 mei 2018 als voetganger de rijbaan had overgestoken zonder het trottoir te gebruiken. Betrokkene stelde dat hij als journalist op die plek aanwezig was om foto's te maken van een ongeval en dat hij beschikte over een politieperskaart die hem toestemming gaf om op plaatsen te komen die voor het publiek zijn afgesloten. Hij voerde aan dat het oversteken van de rijbaan in dit geval geen gevaar opleverde, aangezien het verkeer in de omgeving stilstond door het ongeval.
De officier van justitie verklaarde het beroep van betrokkene ongegrond, maar de kantonrechter oordeelde anders. Tijdens de zitting heeft betrokkene zijn standpunt toegelicht en foto's getoond van de plek waar hij zich bevond. De vertegenwoordiger van de officier van justitie handhaafde de eerdere beslissing, maar de kantonrechter concludeerde dat betrokkene vanwege zijn werkzaamheden als journalist ontheffing had gekregen van de regels van het RVV 1990. Hierdoor was de opgelegde sanctie niet terecht.
De kantonrechter verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de initiële beschikking en droeg de officier van justitie op het aan zekerheid gestelde bedrag terug te betalen. Deze uitspraak werd gedaan door mr. A.J. Japenga, kantonrechter, bijgestaan door S.M.L. Groenewoud, griffier.