ECLI:NL:RBDHA:2019:1524
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag op grond van Dublin-regelgeving
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 17 januari 2019 uitspraak gedaan over de niet-ontvankelijkheid van een asielaanvraag van eiser, die vertegenwoordigd werd door zijn gemachtigde. De aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd was door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling genomen, omdat Italië verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de aanvraag op basis van de Dublin-regelgeving. Eiser had op 20 december 2018 de asielopvang verlaten en er was geen contact meer geweest tussen eiser en zijn gemachtigde na 13 december 2018. De rechtbank concludeerde dat eiser geen procesbelang meer had bij de beoordeling van zijn beroep, aangezien hij geen contact had gezocht met zijn gemachtigde en de correspondentie retour was gekomen. De rechtbank verklaarde het beroep niet-ontvankelijk en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd in het openbaar gedaan door rechter B.F.Th. de Roos, in aanwezigheid van griffier J.A.B. Koens.