ECLI:NL:RBDHA:2019:1726
Rechtbank Den Haag
- Proceskostenveroordeling
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Intrekking van het beroep en verzoek om proceskostenvergoeding in asielprocedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan over een verzoek om veroordeling in de proceskosten na intrekking van een beroep in een asielprocedure. Verzoekster had op 11 oktober 2018 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. Na een beroep ingesteld te hebben, heeft de staatssecretaris op 8 januari 2019 het bestreden besluit ingetrokken. Verzoekster trok haar beroep in en vroeg om vergoeding van de proceskosten.
De rechtbank oordeelde dat op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) de staatssecretaris in de proceskosten kon worden veroordeeld, omdat deze aan verzoekster tegemoet was gekomen. De rechtbank stelde de proceskosten voor de rechtsbijstand vast op € 512,-. Daarnaast verzocht verzoekster om vergoeding van kosten voor een deskundige die rapportages had opgesteld over de risico's voor Cubanen. De rechtbank oordeelde dat deze kosten voor vergoeding in aanmerking kwamen, en stelde het totaalbedrag op € 1.428,14.
De uitspraak werd gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, en mr. A.S. Hamans, griffier. Tegen deze uitspraak kan verzet worden ingesteld binnen zes weken na bekendmaking.