3.4De beoordeling van de tenlastelegging
Zwaar lichamelijk letsel
Op 22 april 2018 heeft [slachtoffer] twee grote snijwonden opgelopen in zijn linker onderarm.[slachtoffer] is opgenomen in het ziekenhuis en geopereerd aan zijn linker arm, waarbij bloedende vaten zijn onderbonden en enkele doorgesneden pezen zijn gehecht. De duur van revalidatie wordt geschat op enkele maanden.Ook wordt een “zeer klein takje van de n. radialis” [zenuw in de onderarm, toevoeging rechtbank] gevonden.
De arm en duim van [slachtoffer] zijn nog gevoelloos en hij is nog steeds onder behandeling bij een fysiotherapeut.
Op grond van het bovenstaande staat vast dat [slachtoffer] letsel heeft opgelopen aan zijn linker onderarm, het herstel van het letsel meer dan zes maanden duurt en hij nog steeds onder behandeling is van een fysiotherapeut voor zijn herstel. De rechtbank is van oordeel dat het letsel dat [slachtoffer] heeft opgelopen dan ook als zwaar lichamelijk letsel moet worden aangemerkt.
Toebrengen letsel
De vraag die de rechtbank vervolgens dient te beantwoorden is of kan worden vastgesteld dat verdachte dit letsel heeft toegebracht.
Bij de beantwoording van die vraag is het volgende van belang.
De verklaring van verdachte over het toebrengen van dit letsel staat lijnrecht tegenover de verklaring van [slachtoffer] . Zodoende is het aan de rechtbank om vast te stellen welke lezing van de feiten juist is. De rechtbank kijkt bij de beoordeling en de vaststelling van deze feiten naar de consistentie, logica en daarmee ook de betrouwbaarheid van de verklaringen van enerzijds [slachtoffer] en anderzijds verdachte. Daarbij is met name van belang of het relaas van een van beide door andere bewijsmiddelen wordt ondersteund of ontkracht.
[slachtoffer] heeft verklaard dat hij op 22 april 2018 omstreeks 02.00 uur samen met verdachte in haar woning aan de [adres] te Den Haag was. Zij hadden Vodka en een paar biertjes op en verdachte bestelde nog meer drank bij een bierkoerier.
[slachtoffer] en verdachte hadden SM-seks, waarbij [slachtoffer] verdachte had vastgebonden en haar onder meer twee tikken in het gezicht heeft gegeven.
Verdachte zei op een gegeven moment dat [slachtoffer] haar pijn had gedaan, omdat hij meerdere keren op haar nieuwe piercing had geslagen en dat [slachtoffer] nooit naar haar luisterde. Verdachte begon te schreeuwen en met haar armen te zwaaien. [slachtoffer] pakte verdachte beet en toen kreeg hij drie klappen van haar op zijn neus. Verdachte liep weg en [slachtoffer] bleef op het bed zitten. Verdachte pakte toen een van de messen uit het keukenblok met “chef’s messen” dat op de koelkast rechts van de wasbak in de kamer van verdachte stond. Verdachte schreeuwde dat [slachtoffer] haar huis uit moest, gooide het mes op de tafel en kwam op [slachtoffer] af.
[slachtoffer] duwde verdachte op het bed en verdachte liep daarna naar de tafel en pakte het mes. Zij kregen weer “hommeles”. Verdachte had het mes in haar rechterhand en wees met de punt naar [slachtoffer] . [slachtoffer] liep naar verdachte toe om het mes af te pakken en toen “hakt ze dat ding” vol in de onderarm van [slachtoffer] . Verdachte heeft twee keer “geslagen, geprikt, gehakt, weet ik het”. [slachtoffer] duwde verdachte weg en zij maakte met het mes een steekbeweging van de zijkant, die vlakbij zijn andere wond terecht kwam.
[slachtoffer] is naar de gang gerend, heeft de deur van de kamer van verdachte dichtgedaan en deze een paar minuten vastgehouden. Hij zag in de keuken een wc-rol liggen en heeft wc-papier om zijn arm gewikkeld. Daarna is hij naar beneden gelopen en kwam hij op straat een Zweedse man [getuige [getuige] , toevoeging rechtbank] tegen, die hem hielp zijn wond te verzorgen.
Naar aanleiding van een melding van een steekincident zijn meerdere agenten naar de woning van verdachte gegaan. In de keuken zagen verbalisanten meerdere druppels/spetters/vegen bloed op de koelkast, voor de koelkast, op de deur van de kamer van verdachte en voor het bed in de kamer van verdachte. In de wasbak in de kamer van verdachte (links van de deur) lag een groot mes besmeurd met bloed. Van dit alles zijn foto’s gemaakt.
Getuige [getuige] , die geen Nederlands spreekt, maar wel Engels, heeft verklaard dat hij in zijn tuin zat en op een gegeven moment een meisje om hulp hoorde roepen en nadat hij de politie had gebeld een man in zijn huis zag met een bloedende arm. Deze man zei tegen hem “the bitch stabbed me”.
Verdachte heeft verklaard dat zij en [slachtoffer] op de avond van 22 april 2018 veel alcohol hadden gedronken, hadden geblowd en dat ze SM-seks hadden, waarbij het de bedoeling was dat ze elkaar zouden snijden en elkaars bloed zouden drinken.
Zij heeft een paar keer het stopwoord gebruikt en toen zijn ze even gestopt, maar bij de vierde keer dat ze het stopwoord riep, luisterde verdachte niet en raakte verdachte in paniek en werd zij boos. Zij kregen ruzie en het werd schreeuwen en vechten en zij sloeg [slachtoffer] overal waar zij kon. Zij riep ook om hulp. Verdachte is toen van haar af gegaan. Opeens was overal politie. Zij is haar kamer niet uitgegaan.
Verdachte heeft in haar derde verhoor verklaard dat op haar koelkast een messenblok met messen staat en dat het mes met bloed dat in de wasbak in haar kamer is gevonden uit het messenblok komt.
Bij de rechter-commissaris heeft verdachte verklaard dat de keukenmessen op de koelkast in haar kamer lagen en dat deze niet bij de seks zijn gebruikt. De koelkast staat in haar kamer naast de wastafel. Zij weet niet hoe de messen van de koelkast zijn gekomen.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank ziet, anders dan de raadsvrouw, geen aanleiding om te twijfelen aan de juistheid van de verklaring van aangever. De rechtbank acht de verklaring betrouwbaar, omdat deze voor wat betreft datgene wat is voorafgegaan aan het incident grotendeels overeenstemt met datgene wat verdachte hierover heeft verklaard.
De verklaring van [slachtoffer] dat verdachte hem in haar kamer heeft gesneden met een mes, vindt verder steun in de bloedsporen die zijn aangetroffen in de keuken, in de kamer van de verdachte en op de deur van de kamer van verdachte. Deze passen bij de verklaring van verdachte dat hij in haar kamer geraakt is en dat hij de deur van de kamer van verdachte dicht heeft gehouden en naar de keuken is gelopen om keukenpapier om zijn bloedende arm te doen.
Op grond van de bovenstaande bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang bezien, is de rechtbank van oordeel dat de verklaring van verdachte in voldoende mate wordt ondersteund door andere bewijsmiddelen.
Uit dit oordeel van de rechtbank volgt dat zij de door verdachte geschetste toedracht van het letsel – namelijk dat [slachtoffer] het mes uit het messenblok heeft gepakt en hij daarmee in de keuken in zijn linkerarm heeft gesneden – niet aannemelijk. Ook overigens bevat het dossier geen enkel aanknopingspunt dat dit scenario ondersteunt.
Door [slachtoffer] met een groot scherp mes meerdere keren in zijn arm te snijden en of te steken en/of te hakken en/of te slaan, acht de rechtbank bewezen dat verdachte opzet heeft gehad op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. Dat verdachte hierbij onder invloed van alcohol en drugs was, maakt dit oordeel niet anders.
Conclusie
Gelet op al het voorgaande en op grond van de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang beschouwd, is de rechtbank van oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan zware mishandeling van [slachtoffer] , zoals hierna bewezen is verklaard.
Voorwaardelijk verzoek
De verdediging heeft (voorwaardelijk) verzocht om onderzoek te verrichten naar het letsel van [slachtoffer] , indien de rechtbank niet tot een vrijspraak komt. De rechtbank wijst dit verzoek van de verdediging af. De rechtbank gaat er vanuit dat een expert in het voor verdachte meest gunstigste geval zal rapporteren dat het mogelijk is dat [slachtoffer] met een mes de snijwonden zelf heeft toegebracht. Over de vraag wie het letsel heeft toegebracht zal de deskundige (verder) niets kunnen rapporteren. Nu, zoals hierboven reeds is geoordeeld, de lezing van verdachte niet aannemelijk is en voor dat scenario geen enkel aanknopingspunt bestaat, acht de rechtbank een onderzoek naar het letsel van [slachtoffer] niet noodzakelijk voor enige door de rechtbank te nemen beslissing. De rechtbank acht zich op basis van het dossier voldoende voorgelicht. Hiermee is de grondslag aan het door de verdediging verzochte onderzoek komen te ontvallen.