Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de meervoudige kamer voor vreemdelingenzaken in de zaken tussen
[eiser] ,
[eiseres] ,
[eiser(es)] ,
[eiser(es)] ,
Procesverloop
Overwegingen
eiser) was in Turkije werkzaam bij huiswerkinstituten van de Gülen -beweging. Toen deze huiswerkinstituten gesloten werden, kreeg haar echtgenoot via een vriend in Irak een baan als docent op een zogenaamde Gülen -school;
www.raadvanstate.nlmet nummer 201804801/1/V1) en maakt de rechtsoverwegingen 4.3.1 tot en met 4.4.2 van de Afdeling in deze zaak de hare. De rechtbank voegt daar de volgende overwegingen aan toe. Uit de openbare bronnen waar eisers een beroep op hebben gedaan, komt een situatie naar voren waarin arbitraire arrestaties van Gülenaanhangers veelvuldig voorkomen, wat verweerder ook niet heeft betwist. Dat volgens verweerder sommige Gülenaanhangers ook weer worden vrijgelaten, doet niet af aan het feit dat uit algemene landeninformatie volgt dat Gülenaanhangers puur en alleen al om die reden een risico lopen te worden gearresteerd en gedetineerd. [2] Ook is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende onderbouwd door verweerder dat sprake is van een eerlijke procesvoering in Turkije. Uit het UK Home Office Report van februari 2018, blijkt onder andere uit paragrafen 2.4.11, 9.1.1, 9.3.1 en 9.3.2 dat nog geen sprake is van een eerlijke procesvoering. Hieruit volgt onder andere dat de rechterlijke macht steeds vaker niet beschikbaar is, jonge rechters zijn benoemd die niet weten wat zij aan het doen zijn en niet de wet volgen. Ook blijkt dat het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in de praktijk niet toegankelijk is, omdat er geen mogelijkheid is om alle rechtsmiddelen in Turkije uit te putten aangezien het hoogste rechtscollege in Turkije weigert zaken te behandelen. Het standpunt van verweerder dat uit het latere rapport van de Office of the United Nations High Commissioner for Human Rights van 2018 blijkt dat in september 2017 effectieve binnenlandse rechtsmiddelen aanwezig waren, maakt dit niet anders. Naar het oordeel van de rechtbank bestaat geen aanleiding om er a priori van uit te gaan dat sprake is van een eerlijk proces. Daarnaast komt uit de diverse rapporten geen eenduidig beeld naar voren over de situatie in de Turkse gevangenissen voor (gestelde) Gülenaanhangers .