ECLI:NL:RBDHA:2019:3413
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing herhaalde asielaanvraag op basis van ongeloofwaardige homoseksualiteit
In deze zaak heeft eiseres, een Nigeriaanse vrouw, een herhaalde asielaanvraag ingediend, waarbij zij stelt homoseksueel te zijn. In een eerdere procedure is haar homoseksualiteit ongeloofwaardig geacht. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de opvolgende aanvraag van eiseres tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet-ontvankelijk verklaard, omdat eiseres geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die tot een ander oordeel zouden kunnen leiden. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen dit besluit.
Tijdens de zitting op 28 maart 2019 is eiseres verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. De rechtbank heeft overwogen dat de eerdere afwijzing van de asielaanvraag op grond van artikel 31 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) nog steeds van toepassing is. Eiseres heeft nieuwe documenten overgelegd, waaronder een brief van haar gemachtigde en foto's met haar partner, maar de rechtbank oordeelt dat deze stukken niet als nieuwe feiten kunnen worden aangemerkt. De rechtbank stelt vast dat de nieuwe werkinstructie LHBT 2018/9 niet wezenlijk verschilt van de oude werkinstructie en dat verweerder niet onterecht de gestelde homoseksualiteit van eiseres ongeloofwaardig heeft geacht.
De rechtbank concludeert dat eiseres onvoldoende nieuwe elementen heeft aangedragen die relevant zijn voor de beoordeling van haar aanvraag. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan op 1 april 2019 door rechter J.M. Ghrib, in aanwezigheid van griffier A. Nobel.