ECLI:NL:RBDHA:2019:4817
Rechtbank Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Inbeslagname van hoestpastilles en de beoordeling van gevaar voor de samenleving
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 23 april 2019 uitspraak gedaan in een beklagprocedure ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering. De klaagster, geboren in 1959, had hoestpastilles (Koflet Lozenges van het merk Himalaya) besteld via internet uit India, die door de Douane in beslag waren genomen. De klaagster verzocht om teruggave van de hoestpastilles, stellende dat er geen opsporingsgrond was om deze langer in beslag te houden en dat er geen gevaar voor de samenleving was. De officier van justitie stelde echter dat de hoestpastilles als geneesmiddel moesten worden aangemerkt en dat het verboden was deze zonder vergunning in te voeren, wat leidde tot de inbeslagname.
De rechtbank heeft de zaak behandeld en de relevante feiten en standpunten van beide partijen overwogen. De rechtbank oordeelde dat de hoestpastilles, hoewel in het buitenland vrij verkrijgbaar, onder de Geneesmiddelenwet vallen en dat het ongecontroleerde bezit ervan niet zonder meer in strijd met de wet of het algemeen belang is. De rechtbank concludeerde dat de inbeslagname niet automatisch leidt tot de conclusie dat het bezit van de hoestpastilles gevaarlijk is. De rechtbank achtte het onwaarschijnlijk dat de hoestpastilles uiteindelijk als gevaarlijk zouden worden beoordeeld, maar kon niet uitsluiten dat er een risico aan verbonden was, gezien de omstandigheden van de aankoop en de presentatie van de verpakking.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beklag ongegrond, met de opmerking dat de officier van justitie de onttrekking aan het verkeer van de hoestpastilles moest vorderen, tenzij er een ander wettelijk voorschrift was dat het verlies van eigendom rechtvaardigde. De rechtbank benadrukte dat inbeslagneming op zich geen grond voor verlies van eigendom is, en dat de officier van justitie voldoende bewijs moet leveren van het gevaar van de hoestpastilles in een eventuele procedure tot onttrekking aan het verkeer.