Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
BACARDI-MARTINI B.V.,
1.F. LOENDERSLOOT INTERNATIONALE EXPEDITIE B.V.,
FLINT LOGISTICS B.V.,
FLINT WAREHOUSING B.V.,
LLOGS B.V.,
[gedaagde sub 6]
1.De procedure
- de akte overlegging producties EP1 tot en met EP50 van Bacardi c.s.;
- de incidentele conclusie van Pure Handling van 12 december 2018 strekkende tot vrijwaring ex art. 210 Rv;
- de conclusie van antwoord in het incident strekkende tot oproeping in vrijwaring ex artikel 210 Rv en (voorwaardelijk) pleidooiverzoek van 16 januari 2019;
- de rolbeslissing van 13 maart 2019 waarbij pleidooi in het door Pure Handling opgeworpen vrijwaringsincident is bepaald op 9 april 2019;
- het faxbericht van Bacardi c.s. van 5 april 2019 met een aanvullend proceskosten-overzicht;
- het faxbericht van Pure Handling van 8 april 2019 (om 10:27 uur) met een proceskosten-overzicht;
- de tijdens de pleidooizitting van 9 april 2019 door beide partijen gehanteerde pleitaantekeningen, met dien verstande dat randnummers 4.26 en 4.27 van de pleitnota van mr. Putter zijn doorgehaald omdat deze niet zijn gepleit.
4.De beoordeling
in het vrijwaringsincident
5.De beslissing
woensdag 26 juni 2019voor conclusie van antwoord;