ECLI:NL:RBDHA:2019:5230
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen buiten behandeling stellen van asielaanvragen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 april 2019 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de aanvragen van eisers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvragen buiten behandeling gesteld, omdat eisers volgens hem niet de benodigde informatie hebben verstrekt die essentieel is voor de beoordeling van hun aanvragen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eerste asielaanvragen van eisers eerder niet-ontvankelijk zijn verklaard en dat de opvolgende aanvragen niet zijn onderbouwd met relevante informatie. Tijdens de zitting op 4 april 2019 hebben eisers, bijgestaan door hun gemachtigde en een tolk, hun standpunt toegelicht. De rechtbank oordeelt dat eisers niet adequaat hebben gereageerd op verzoeken om aanvullende informatie en dat de Staatssecretaris terecht heeft geconcludeerd dat de aanvragen buiten behandeling konden worden gesteld. De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond en wijst erop dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.