ECLI:NL:RBDHA:2019:5240
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Marokkaanse eiser op grond van ongeloofwaardige verklaringen over toegedichte homoseksualiteit
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Marokkaanse nationaliteit, beroep heeft ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De staatssecretaris had de aanvraag van de eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen, omdat deze als kennelijk ongegrond werd beschouwd. De rechtbank heeft op 14 mei 2019 de zaak behandeld in Middelburg, waar de eiser en zijn gemachtigde niet verschenen, terwijl de gemachtigde van de staatssecretaris wel aanwezig was.
De rechtbank heeft overwogen dat de verklaringen van de eiser over zijn toegedichte homoseksualiteit ongeloofwaardig zijn. De eiser heeft niet kunnen onderbouwen waarom zijn familie denkt dat hij homoseksueel is, en zijn verklaring over een aanval in 2013 kon hij niet staven met bewijs. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de eiser in Marokko in de bouw heeft gewerkt van 2012 tot 2018, wat zijn stelling dat hij door zijn geaardheid geen werk kan vinden, ondermijnt.
De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht Marokko als veilig land van herkomst heeft aangemerkt en dat de aanvraag van de eiser terecht als kennelijk ongegrond is afgewezen. De rechtbank heeft het beroep van de eiser ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen een week na bekendmaking.