ECLI:NL:RBDHA:2019:53
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de geloofwaardigheid van een bekering in het kader van een asielaanvraag
Op 4 januari 2019 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een eiser met Iraanse nationaliteit die een verblijfsvergunning asiel had aangevraagd. De aanvraag was eerder door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen, omdat de geloofwaardigheid van eisers bekering tot het christendom niet werd erkend. Eiser had verklaard dat hij in Iran was bekeerd tot het christendom na contact met zijn verhuurder, [X], die hem introduceerde in de christelijke gemeenschap. De rechtbank oordeelde dat de Staatssecretaris onvoldoende had gemotiveerd waarom de verklaringen van eiser ongeloofwaardig waren. De rechtbank wees op de ondeugdelijke motivering van de tegenwerpingen van de Staatssecretaris en concludeerde dat de geloofwaardigheid van de bekering niet op de juiste wijze was beoordeeld. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en droeg de Staatssecretaris op om een nieuwe integrale geloofwaardigheidsbeoordeling uit te voeren, met inachtneming van de uitspraak. Tevens werden de proceskosten van eiser vergoed.