ECLI:NL:RBDHA:2019:5907
Rechtbank Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing goedkeuring afwijkende huurbedingen in huurovereenkomst
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 22 april 2019 uitspraak gedaan in een verzoek tot goedkeuring van afwijkende huurbedingen in een huurovereenkomst tussen Unibail-Rodamco S.E. (verhuurder) en een eenmanszaak (huurder). De huurovereenkomst was aangegaan voor een bepaalde tijd van 10 jaar, met een breakoptie na 5 jaar. Huurder verzocht om goedkeuring van bepalingen die in strijd zijn met de wettelijke bescherming van huurders, zoals vastgelegd in artikel 7:291 BW. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de bedingen de rechten van de huurder wezenlijk aantasten, omdat de huurovereenkomst een vaste periode zonder verlenging biedt en de huurder onvoldoende bescherming geniet in vergelijking met de verhuurder, een beursgenoteerd vastgoedbedrijf. Huurder heeft verklaard dat zij geen juridische bijstand heeft gehad tijdens de onderhandelingen en dat de huurprijs te hoog is, wat heeft geleid tot financiële problemen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de verzoeken om goedkeuring niet kunnen worden verleend en heeft het verzoek afgewezen. Tevens is overwogen dat de kosten van de procedure voor rekening van de verhuurder komen, zonder dat er een kostenveroordeling is uitgesproken.