Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
THE TRANSOCEAN MARINE PAINT ASSOCIATION,
[gedaagde sub 3],
1.De procedure
- de dagvaarding van 22 september 2016, met producties EP01-EP20;
- de conclusie van antwoord, met producties GP01-GP10;
- het tussenvonnis van 5 april 2017 waarbij een comparitie van partijen is bepaald;
- de akte overlegging producties van de zijde van Transocean, met vervangende producties EP02 (abusievelijk genummerd als EP01), EP05-EP07 en EP13, en nieuwe producties EP22-EP27;
- de door beide partijen overgelegde actuele proceskostenopgaven;
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen van 8 juni 2017, met daaraan gehecht de door partijen overgelegde pleitaantekeningen.
2.De feiten
membership agreement’ gesloten voor het exclusieve gebruik van specifieke knowhow en merken van Transocean op het gebied van beschermende (scheeps)verf en coatings, voor Spanje en Portugal.
According to the articles relating to the termination of membership, [Quimicas] has to comply with the following conditions:
Termination of Transocean membership
Attached is a current account statement from Transocean (…). In case this proposition is accepted, Transocean will give [Pinturas] a discount on the aforementioned claims (…).
[Pinturas] will sign and send back the attached ‘cease and desist declaration’ before 28 February 2015 (and will change the company name Transocean Coatings Iberia S.L. to another name not containing any of the Transocean business names). The website ‘www.transocean-coatings.es’ will be transferred to Transocean;
[Pinturas] will be allowed to sell any remaining stock of Transocean products and / or its own products that have been packaged in Transocean cans until 1 July 2015. Any remaining stock as per the aforementioned date will be destroyed or relabelled by [Pinturas].”
Settlement Agreement’ (hierna: de vaststellingsovereenkomst). In de vaststellingsovereenkomst zijn als partijen opgenomen: (1) Transocean, (2) Pinturas, (3) Quimicas, (4) Transocean Coatings Iberia S.L. en (5) [gedaagde sub 3], waarbij is bepaald dat “
the parties 2-4 are collectively referred to as “Eurotex c.s.”. De vaststellingsovereenkomst houdt verder onder meer in:
(…)
(…) [Transocean] (…) is the owner of various trademarks and other intellectual property rights (the “IP”);
[Pinturas] has been a member of Transocean until 31 December 2014. [Quimicas] and [Transocean Coatings Iberia S.L.] are [Pinturas] group companies that have used the IP;
[gedaagde sub 3] has registered business names of Transocean as trademarks and will transfer these trademarks to Transocean upon signing of this agreement;
Transocean and [Pinturas]have come to an agreement as to the rights and obligations pursuant to the termination of the [Pinturas] membership, which will be incorporated in the settlement agreement;
3.Het geschil
4.De beoordeling
Bevoegdheid
any dispute that may arise concerning the interpretation or performance of this agreement”, is deze rechtbank volgens artikel 7.1 van de vaststellingsovereenkomst bevoegd om kennis te nemen van de vorderingen van Transocean (artikel 25 lid 1 Brussel I bis-Vo [2] ).
cease and desist from (…) any infringement of any of the trademarks owned by Transocean”. Die vraag moet, nu artikel 7.1 van de vaststellingsovereenkomst Nederlands recht van toepassing verklaart op de vaststellingsovereenkomst, worden beoordeeld naar Nederlands recht.
membership agreement’tussen Eurotex, althans Pinturas en/of Quimicas, en Transocean (zie 2.5 en 2.6) en discussie over de vraag welke handelingen na die beëindiging voor Eurotex nog waren toegestaan. Transocean meende dat Eurotex (onder meer) met het voortgezet gebruik van de intellectuele eigendomsrechten en knowhow van Transocean de uit de beëindiging van de ‘
membership agreement’voortvloeiende (contractuele) verplichtingen, zoals door haar beschreven in de brief van 31 december 2014 (zie 2.6), schond. Dit heeft zij duidelijk gemaakt bij brief van 5 februari 2015 (zie 2.7), waarin zij – althans haar raadsman – onder het kopje “
Transocean Trade mark and Know-how” schrijft dat “
the website (…) isstilllinked to Eurotex” (onderstreping rb.) en “
Your websitestilllists Transothane PUR, Transofire Transpoxy and Tankguard VA 4.80 as product names” (onderstreping rb.)). De raadsman van Transocean stelt in die brief dan ook voor om aan de inbreuken een einde te maken (“
proposition for termination”). Vast staat dat het naar aanleiding van die laatste brief tussen partijen gevoerde overleg tot (het sluiten van) de vaststellingsovereenkomst heeft geleid.
cease the use of the IP, except for … the remaining stock”) en de subartikelen 3.2.2 tot en met 3.2.6 als nadere uitwerking daarvan). Om te voorkomen dat Eurotex zich niet aan deze afspraken zou houden, is in de vaststellingsovereenkomst een boetebeding (artikel 5) opgenomen.
cease and desist from (…) any infringement of any of the trademarks owned by Transocean” te worden uitgelegd. Nu zowel de wijze van tot stand komen als de bewoordingen van de vaststellingsovereenkomst er op wijzen dat bedoeld is de door het beëindigde lidmaatschap ontstane situatie af te wikkelen, en de woorden “
any infringement” op “
any of the trademarks” ook niet nader zijn geduid, is geen andere conclusie gerechtvaardigd dan dat die woorden (enkel) zien op handelingen van Eurotex waarbij een ten opzichte van de situatie van voor de vaststellingsovereenkomst voortgezet gebruik van de intellectuele eigendomsrechten van Transocean aan de orde is. De woorden “
any infringement” op “
any of the trademarks” dienen naar het oordeel van de rechtbank dan ook in tijd beperkt te worden uitgelegd, in die zin dat daaronder in elk geval niet na het sluiten van de vaststellingsovereenkomst nieuw of aangepast gebruik door Eurotex kan vallen dat een eigen beoordeling volgens het merkenrecht behoeft. Zou dat wel zo zijn, dan zou Eurotex alleen vanwege de eerdere lidmaatschapsrelatie ook voor al dat (toekomstig) gebruik gebonden zijn aan het boetebeding van de vaststellingsovereenkomst. Die zin kan redelijkerwijs niet aan de bewoordingen van artikel 3.2.2, gelezen in de context, worden toegekend. Dit leidt tot het navolgende.
the formula of Transpoxy Tankguard VA 4.80 is a protected IP of Transocean”, waarmee (het vermeende voorgezette gebruik van) de Transocean-formule uitdrukkelijk onder de reikwijdte van de vaststellingsovereenkomst is gebracht.
membership agreement’onder licentie had van Transocean. In de vaststellingsovereenkomst is vervolgens bepaald dat Eurotex de Spaanse merkrechten aan Transocean overdraagt. Dit brengt mee dat bij het door Transocean gestelde gebruik van die metatags door Eurotex sprake is van voortgezet gebruik ten opzichte van de situatie van voor de vaststellingsovereenkomst en dat de vaststellingsovereenkomst daarom ook die handelingen omvat.
commercializing” als bedoeld in artikel 3.2.2 (eerste deel) van de vaststellingsovereenkomst en inbreuk maakt op het internationaal woordmerk Transocean (2.2.2). In de dagvaarding heeft Transocean onder verwijzing naar het arrest van het Hof van Justitie EU van 11 juli 2013 (C-657/11) aangegeven dat Eurotex met het gebruik van de metatag ‘Transocean’ reclame maakt voor haarzelf en haar producten. Het gebruik van de andere tekens als metatag zou inbreuk maken op de Spaanse woordmerken (2.2.4), over het gebruik waarvan onder 3.2.1 van de vaststellingsovereenkomst specifieke afspraken zijn gemaakt.
commercializing products”, gaat de rechtbank daaraan voorbij. In de dagvaarding spreekt Transocean immers alleen over de afspraak onder 3.2.2 (slot) in de vaststellingsovereenkomst dat Eurotex iedere inbreuk op ‘de IP’ van Transocean zal staken en gestaakt zal houden, in het verlengde waarvan zij een verklaring voor recht dat Eurotex inbreuk heeft gemaakt op de merkrechten van Transocean en (dientengevolge) betaling van verbeurde boetes vordert. Zelfs als enig handelen van Eurotex al zou moeten of kunnen worden gezien als “
commercializing”in de zin van de vaststellingsovereenkomst, is geen vordering daarop gericht en zou dat reeds daarom niet (kunnen) leiden tot toewijzing van het gevorderde.
€ 1.929,-) € 19.529,- worden toegewezen.