ECLI:NL:RBDHA:2019:6452
Rechtbank Den Haag
- Proceskostenveroordeling
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Niet tijdig besluit door de minister van Justitie en Veiligheid inzake asielaanvragen van Turkse nationaliteit
In deze zaak hebben eisers, die de Turkse nationaliteit hebben, beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van besluiten door de minister van Justitie en Veiligheid met betrekking tot hun asielaanvragen, ingediend op 30 juli 2018. De rechtbank heeft vastgesteld dat de wettelijke beslistermijn is verstreken en dat eisers verweerder op 30 januari 2019 rechtsgeldig in gebreke hebben gesteld. Na het verstrijken van de termijn hebben eisers op 1 april 2019 beroep ingesteld. De rechtbank concludeert dat eisers recht hebben op een dwangsom, die verbeurd is voor het maximale aantal dagen, en dat de beroepen kennelijk gegrond zijn.
De rechtbank heeft op basis van artikel 8:55d van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bepaald dat verweerder binnen twee weken na de uitspraak alsnog besluiten moet nemen. Tevens is er een dwangsom van € 100 per dag opgelegd voor elke dag dat verweerder in gebreke blijft, met een maximum van € 15.000. De rechtbank heeft verweerder ook veroordeeld in de proceskosten van eisers, vastgesteld op € 256.
De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak kan verzet worden ingesteld binnen zes weken na de bekendmaking.