In deze zaak, die op 16 juli 2019 door de Rechtbank Den Haag is behandeld, stond de vraag centraal of De Hypothekers Associatie B.V. (eiseres) ontvankelijk was in haar vorderingen tegen HypothekersUnie B.V. (gedaagde) in verband met een vermeende inbreuk op haar handelsnaamrechten. De Hypothekers Associatie, een franchiseorganisatie die sinds 1985 actief is in hypotheekadvies, vorderde dat HypothekersUnie, opgericht in 2016, zou worden verboden de handelsnaam 'HypothekersUnie' te gebruiken. De eiseres stelde dat de handelsnaam van de gedaagde inbreuk maakte op haar rechten, omdat zij ook de naam 'De Hypothekers Associatie' en 'De Hypotheker' voert.
De rechtbank oordeelde dat De Hypothekers Associatie niet-ontvankelijk was in haar vorderingen, omdat zij geen spoedeisend belang had aangetoond. De voorzieningenrechter overwoog dat HypothekersUnie al sinds september 2016 haar handelsnaam voerde en dat De Hypothekers Associatie pas in november 2018 actie ondernam door een sommatie te sturen. Dit tijdsverloop gaf aan dat de eiseres niet voldoende spoedeisend belang had bij haar vorderingen. De rechtbank concludeerde dat de eiseres niet-ontvankelijk was en veroordeelde haar in de proceskosten, die op € 6.639,- werden begroot.
De uitspraak benadrukt het belang van het aantonen van spoedeisend belang in kort geding procedures, vooral in zaken die betrekking hebben op intellectuele eigendomsrechten. De beslissing van de rechtbank is een belangrijke reminder voor partijen die hun rechten willen handhaven om tijdig actie te ondernemen.