Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
wonende te [woonplaats] ,
verzoekende partij,
OWM Centramed B.A.,
1.Procedure
- het verzoekschrift met producties, ter griffie ingekomen op 20 februari 2019;
- het op 10 april 2019 ingekomen verweerschrift, met producties;
- de faxbrief van 16 april 2019 afkomstig van [verzoekster] ;
- de aantekeningen ten behoeve van de mondelinge behandeling van [verzoekster] .
2.De feiten
voorhet incident bij de BHV-kast heeft gezet, dit wordt bevestigd door [betrokkene 4] . Uit hun verklaringen maak ik ook niet op dat de kratten in het looppad stonden en daarbij 2 meter zouden hebben uitgestoken.
3.Het geschil
- voor recht te verklaren dat PsyQ aansprakelijk is voor de door [verzoekster] geleden en nog te lijden schade in verband met het arbeidsongeval op 21 december 2015, en haar te veroordelen tot vergoeding van de door [verzoekster] gelden en nog te lijden schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
- voor recht te verklaren dat Centramed gehouden is om de uit te keren vergoeding rechtstreeks aan [verzoekster] over te (doen) maken, binnen de grenzen van artikel 7:954 BW;
- met begroting van en hoofdelijke veroordeling in de kosten van dit deelgeschil.